Gesprek
1. | Camarero: | ¿Tiene reserva? | (Heeft u gereserveerd?) Show |
2. | Ana: | No una mesa para uno por favor. | (Nee, een tafel voor één alstublieft.) Show |
3. | Camarero: | ¿Quiere algo para tomar o para beber? | (Wilt u iets te drinken of te nuttigen?) Show |
4. | Ana: | ¿Sí puede traerme el menú? | (Kunt u mij de menukaart brengen?) Show |
5. | Camarero: | Aquí tiene el menú. | (Hier heeft u de menukaart.) Show |
6. | Ana: | Para beber una bebida fría. | (Om een drankje koud te drinken.) Show |
7. | Camarero: | ¿Y qué quiere de plato principal? | (En wat wilt u als hoofdgerecht?) Show |
8. | Ana: | Una pizza de verduras por favor. | (Een pizza met groenten alstublieft.) Show |
9. | Camarero: | ¿Ya has pedido el postre? | (Heb je het toetje al besteld?) Show |
10. | Ana: | ¡Sí el postre de la casa! | (Ja, het dessert van het huis!) Show |
Oefening 1: Discussievragen
Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.
- ¿Qué ha pedido Ana en el restaurante?
- ¿Ana pide postre? A) Sí B) No
- ¿Cuál es tu restaurante favorito?
- ¿Te gusta comer fuera de casa?
Wat heeft Ana in het restaurant besteld?
Vraagt Ana om een dessert? A) Ja B) Nee
Wat is jouw favoriete restaurant?
Hou je ervan om buitenshuis te eten?
Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af
Instructie: Vul het juiste woord in.
bebida, pizza, postre, menú
1.
Una ... de verduras por favor.
(Een groentepizza alstublieft.)
2.
¡Sí el ... de la casa!
(Ja, het dessert van het huis!)
3.
Para beber una ... fría.
(Om een koud drankje te drinken.)
4.
Aquí tiene el ....
(Hier heeft u de menukaart.)
5.
¿Ya has pedido el ...?
(Heb je het dessert al besteld?)
Oefening 3: Orden de tekst
Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.
3
...
¿Quiere algo para tomar o para beber?
(Wilt u iets te drinken of om te drinken?)
1
1
¿Tiene reserva?
(Heeft u gereserveerd?)
9
...
¿Ya has pedido el postre?
(Heb je het dessert al besteld?)
8
...
Una pizza de verduras por favor.
(Een groentepizza alstublieft.)
7
...
¿Y qué quiere de plato principal?
(En wat wilt u als hoofdgerecht?)
4
...
¿Sí puede traerme el menú?
(Kunt u de menukaart brengen?)
6
...
Para beber una bebida fría.
(Om een koud drankje te drinken.)
5
...
Aquí tiene el menú.
(Hier heeft u de menukaart.)
10
10
¡Sí el postre de la casa!
(Ja, het dessert van het huis!)
2
...
No una mesa para uno por favor.
(Nee, een tafel voor één alstublieft.)