Gesprek
1. | Pedro: | ¿Hay un escritorio en la casa nueva? | (Is er een bureau in het nieuwe huis?) Show |
2. | Ana: | No, no hay ninguno. | (Nee, nee, er is geen.) Show |
3. | Pedro: | Necesitamos uno grande para trabajar. | (We hebben een grote nodig om te werken.) Show |
4. | Ana: | ¿Está la cama en el dormitorio? | (Staat het bed in de slaapkamer?) Show |
5. | Pedro: | Sí, está allí, pero es muy pequeña. | (Ja, staat daar, maar het is erg klein.) Show |
6. | Ana: | ¿Hay un armario en la habitación? | (Is er een kast in de kamer?) Show |
7. | Pedro: | Sí, hay uno al lado de la puerta. | (Ja, er staat er een naast de deur.) Show |
8. | Ana: | ¿Hay una lámpara en el salón?" | (Is er een lamp in de woonkamer?) Show |
9. | Pedro: | No, no hay luz en el salón. | (Nee, er is geen licht in de woonkamer.) Show |
10. | Ana: | Perfecto. Ahora podemos abrir la lista de compra. | (Perfect. Nu kunnen we de boodschappenlijst openen.) Show |
Oefening 1: Discussievragen
Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.
- ¿Qué muebles hay en el piso nuevo?
- ¿Qué muebles necesitan comprar Pedro y Ana?
- ¿Te gusta ir a tiendas de muebles?
Welke meubels staan er in het nieuwe appartement?
Welke meubels moeten Pedro en Ana kopen?
Vind je het leuk om naar meubelwinkels te gaan?
Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af
Instructie: Vul het juiste woord in.
abrir, está, Hay, puerta, hay
1.
Sí, ... allí, pero es muy pequeña.
(Ja, die staat daar, maar die is erg klein.)
2.
¿... un armario en la habitación?
(Is er een kast in de kamer?)
3.
No, no ... ninguno.
(Nee, er is er geen.)
4.
Sí, hay uno al lado de la ....
(Ja, er is er een naast de deur.)
5.
Perfecto. Ahora podemos ... la lista de compra.
(Perfect. Nu kunnen we de boodschappenlijst openen.)
Oefening 3: Orden de tekst
Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.
8
...
¿Hay una lámpara en el salón?"
(Is er een lamp in de woonkamer?)
6
...
¿Hay un armario en la habitación?
(Is er een kast in de kamer?)
1
1
¿Hay un escritorio en la casa nueva?
(Is er een bureau in het nieuwe huis?)
7
...
Sí, hay uno al lado de la puerta.
(Ja, er is er een naast de deur.)
9
...
No, no hay luz en el salón.
(Nee, er is geen licht in de woonkamer.)
4
...
¿Está la cama en el dormitorio?
(Staat het bed in de slaapkamer?)
5
...
Sí, está allí, pero es muy pequeña.
(Ja, die staat daar, maar die is erg klein.)
2
...
No, no hay ninguno.
(Nee, er is er geen.)
10
10
Perfecto. Ahora podemos abrir la lista de compra.
(Perfect. Nu kunnen we de boodschappenlijst openen.)
3
...
Necesitamos uno grande para trabajar.
(We hebben een grote nodig om te werken.)