Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Gesprek

1. Ana: ¡Ya estamos en Madrid! Ahora, ¿sabes cómo llegamos desde Atocha a la Granvía? (We zijn al in Madrid! Weet je nu hoe we van Atocha naar de Granvía komen?) Show
2. Pedro: Mira, podemos caminar por esta calle y luego coger el metro en la siguiente estación. (Kijk, we kunnen langs deze straat lopen en dan de metro nemen bij het volgende station.) Show
3. Ana: ¿Y qué te parece si cogemos el taxi directamente desde Atocha? (En wat vind je ervan als we de taxi nemen direct vanaf Atocha?) Show
4. Pedro: Podemos hacerlo, pero con el metro caminamos por la Plaza Mayor y exploramos un poco. (We kunnen het doen, maar met de metro lopen we over de Plaza Mayor en verkennen we een beetje.) Show
5. Ana: Perfecto, entonces, ¿caminamos por esta calle peatonal? (Perfect, dus lopen we over deze voetgangersstraat?) Show
6. Pedro: Sí, y luego buscamos el plano del metro para no perdernos. (Ja, en dan zoeken we naar de metrokaart om niet te verdwalen.) Show
7. Ana: ¡Vamos! ¿Has traído tu cámara? (Laten we gaan! Heb je je camera meegenomen?) Show
8. Pedro: Sí, ¿por? ¿Quieres que te hago una foto? (Ja, waarom? Wil je dat ik een foto van je maak?) Show
9. Ana: No, por ahora no. He pensado si encontremos algún monumento interesante en el camino... (Nee, voorlopig niet. Ik heb erover nagedacht als we misschien een monument tegenkomen onderweg...) Show
10. Pedro: Me encanta la idea. Vamos a caminar por esta calle y ver qué encontramos. (Ik vind het een geweldig idee. Laten we door deze straat wandelen en kijken wat we tegenkomen.) Show
11. Ana: Vale, estoy mirando el plano de metro y no es tan complicado. (Oké, ik kijk naar de metrokaart en het is niet zo ingewikkeld.) Show
12. Pedro: Perfecto. ¡A disfrutar de Madrid! (Perfect. Geniet van Madrid!) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Cómo prefieren Ana y Pedro llegar a la Gran Vía?
  2. Hoe willen Ana en Pedro naar de Gran Vía gaan?
  3. ¿Qué proponen hacer si encuentran un monumento interesante por el camino?
  4. Wat stellen ze voor te doen als ze onderweg een interessant monument tegenkomen?
  5. ¿Qué lugar quieren explorar caminando Ana y Pedro antes de tomar el metro?
  6. Welke plek willen Ana en Pedro lopend verkennen voordat ze de metro nemen?
  7. ¿Prefieres caminar por la ciudad o tomar el metro?
  8. Heb je liever dat we door de stad lopen of de metro nemen?

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

cogemos el taxi, coger el metro , hago una foto, el plano de metro, el plano del metro

1.
Mira, podemos caminar por esta calle y luego ... en la siguiente estación.
(Kijk, we kunnen over deze straat lopen en dan de metro nemen bij het volgende station.)
2.
Sí, y luego buscamos ... para no perdernos.
(Ja, en dan zoeken we de plattegrond van de metro zodat we niet verdwalen.)
3.
Vale, estoy mirando ... y no es tan complicado.
(Oké, ik kijk naar de metrokaart en het is niet zo ingewikkeld.)
4.
¿Y qué te parece si ... directamente desde Atocha?
(Wat vind je ervan als we direct vanaf Atocha een taxi nemen?)
5.
Sí, ¿por? ¿Quieres que te ...?
(Ja, waarom? Wil je dat ik een foto van je maak?)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
4
... Podemos hacerlo, pero con el metro caminamos por la Plaza Mayor y exploramos un poco.
(We kunnen het doen, maar met de metro lopen we over de Plaza Mayor en verkennen we een beetje.)
11
... Vale, estoy mirando el plano de metro y no es tan complicado.
(Oké, ik kijk naar de metrokaart en het is niet zo ingewikkeld.)
5
... Perfecto, entonces, ¿caminamos por esta calle peatonal?
(Perfect, zullen we dan over deze voetgangersstraat lopen?)
12
12 Perfecto. ¡A disfrutar de Madrid!
(Perfect. Geniet van Madrid!)
7
... ¡Vamos! ¿Has traído tu cámara?
(Laten we gaan! Heb je je camera meegenomen?)
6
... Sí, y luego buscamos el plano del metro para no perdernos.
(Ja, en dan zoeken we de plattegrond van de metro zodat we niet verdwalen.)
8
... Sí, ¿por? ¿Quieres que te hago una foto?
(Ja, waarom? Wil je dat ik een foto van je maak?)
2
... Mira, podemos caminar por esta calle y luego coger el metro en la siguiente estación.
(Kijk, we kunnen over deze straat lopen en dan de metro nemen bij het volgende station.)
1
1 ¡Ya estamos en Madrid! Ahora, ¿sabes cómo llegamos desde Atocha a la Granvía?
(We zijn al in Madrid! Weet je nu hoe we van Atocha naar de Granvía komen?)
9
... No, por ahora no. He pensado si encontremos algún monumento interesante en el camino...
(Nee, voor nu niet. Ik dacht eraan of we een interessant monument tegenkomen onderweg...)
10
... Me encanta la idea. Vamos a caminar por esta calle y ver qué encontramos.
(Ik vind het een geweldig idee. Laten we door deze straat wandelen en kijken wat we tegenkomen.)
3
... ¿Y qué te parece si cogemos el taxi directamente desde Atocha?
(Wat vind je ervan als we direct vanaf Atocha een taxi nemen?)