10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.43.4 De bordjes van de Camino de Santiago

Ontdek de signalen van de camino de Santiago, zoals de pijl en de schelp, die de pelgrims door pleinen, parken en straten naar Santiago leiden.

Cultura: Las señales del camino de Santiago

Descubre las señales del Camino de Santiago, como la flecha y la concha, que guían a los peregrinos por plazas, parques y calles hasta Santiago.

A1.43.4 De bordjes van de Camino de Santiago

A1 Spaans Geografie Spanje

Niveau: A1

Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Les 43: Pedir y dar direcciones. (Routebeschrijving vragen en geven)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio with translations
Audio with translations

Lees- en luisteroefening

En el Camino de Santiago, hay señales para ayudar a los peregrinos a encontrar su destino. La más famosa es la flecha amarilla. Esta flecha muestra la dirección correcta. Siempre hay que seguir la flecha, a la izquierda o a la derecha. También hay conchas que indican el camino. Estas señales son muy antiguas. Los peregrinos las siguen todo recto hasta llegar a Santiago. Las señales están en parques, plazas y las calles.

Vertaling

Op de Camino de Santiago zijn er tekens om de pelgrims te helpen hun bestemming te encontrar. Het beroemdste teken is de gele pijl. Deze pijl wijst de correcte dirección aan. Men moet altijd de pijl volgen, naar links of a la derecha. Er zijn ook schelpen die de camino aangeven. Deze señales zijn zeer oud. De pelgrims volgen ze todo recto totdat ze Santiago bereiken. De signalen zijn aanwezig in parken, pleinen en op de straten.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Cuál es la señal más famosa en el Camino de Santiago?
  2. Wat is het beroemdste teken op de Camino de Santiago?
  3. ¿Qué muestran la flecha amarilla y las conchas?
  4. Wat wijzen de gele pijl en de schelpen aan?
  5. ¿Qué deben hacer los peregrinos para llegar a Santiago?
  6. Wat moeten de pelgrims doen om Santiago te bereiken?
  7. ¿Has visto alguna vez estas señales durante tus paseos?
  8. Heb je wel eens deze borden gezien tijdens je wandelingen?
  9. ¿Es fácil para tí, encontrar el camino correcto?
  10. Is het gemakkelijk voor jou om de juiste weg te vinden?

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. A la derecha
(Naar rechts)
2. Encontrar
(Vinden)
3. Dirección
(Richting)
4. Todo recto
(Rechtdoor)
5. Señales
(Signalen)
6. Camino
(Weg)