Votar (stemmen) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Votar (stemmen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Votar - Vervoeging van stemmen in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs. (Pretérito imperfecto, indicativo).

Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Votar (stemmen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - El gobierno y las elecciones (De regering en verkiezingen)

Vervoeging van stemmen in de pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) votaba ik stemde
(tú) votabas jij stemde
(él/ella) votaba hij stemde/zij stemde
(nosotros/nosotras) votábamos wij stemden
(vosotros/vosotras) votabais jullie stemden
(ellos/ellas) votaban zij stemden

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo votaba por el partido político. Ik stemde op de politieke partij.
Tú votabas en cada elección. Jij stemde bij elke verkiezing.
Él votaba siempre con su padre. Hij stemde altijd met zijn vader.
Nosotros votábamos en el parlamento. Wij stemden in het parlement.
Vosotros votabais por el presidente. jullie stemden voor de president.
Ellos votaban en la Unión Europea. Zij stemden in de Europese Unie.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

votaban, votabais, votaba, votábamos, votabas

1.
Yo ... por el partido político.
(Ik stemde op de politieke partij.)
2.
Tú ... en cada elección.
(Jij stemde bij elke verkiezing.)
3.
Él ... siempre con su padre.
(Hij stemde altijd met zijn vader.)
4.
Nosotros ... en el parlamento.
(Wij stemden in het parlement.)
5.
Vosotros ... por el presidente.
(Jullie stemden voor de president.)
6.
Ellos ... en la unión europea.
(Zij stemden in de Europese Unie.)