Votar (stemmen) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Votar (stemmen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Votar - Vervoeging van stemmen in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs. (Pretérito imperfecto, indicativo).

Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Votar (stemmen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - El gobierno (De overheid)

Vervoeging van stemmen in de pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
yo votaba ik stemde
tú votabas jij stemde
él/ella votaba hij/zij stemde
nosotros/nosotras votábamos wij stemden
vosotros/vosotras votabais jullie stemden
ellos/ellas votaban zij stemden

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Votaba en el ayuntamiento el domingo. Ik stemde in het gemeentehuis op zondag.
Votabas por el partido político nuevo. Je stemde op de nieuwe politieke partij.
El príncipe votaba en elecciones locales. De prins stemde bij lokale verkiezingen.
Votábamos juntos en la escuela primaria. We stemden samen op de lagere school.
Votabais cuando el gobierno cambiaba. Jullie stemden toen de regering veranderde.
Ellos votaban antes de la guerra. Zij stemden vóór de oorlog.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

votaban, votabais, votaba, votábamos, votabas

1.
... en el ayuntamiento el domingo.
(Ik stemde in het gemeentehuis op zondag.)
2.
... por el partido político nuevo.
(Je stemde op de nieuwe politieke partij.)
3.
El príncipe ... en elecciones locales.
(De prins stemde bij lokale verkiezingen.)
4.
... juntos en la escuela primaria.
(We stemden samen op de lagere school.)
5.
... cuando el gobierno cambiaba.
(Jullie stemden toen de regering veranderde.)
6.
Ellos ... antes de la guerra.
(Zij stemden vóór de oorlog.)