Vivir (leven) - Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)

 Vivir (leven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vivir - Vervoeging van leven in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs tijd (Subjuntivo presente, subjuntivo).

Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Vivir (leven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - ¿De dónde eres? (Waar kom je vandaan?)

Vervoeging van Vivir in Subjuntivo presente

Spaans Nederlands
yo viva ik leve
tú vivas jij leeft
él/ella viva hij leeft
nosotros/nosotras vivamos wij leven
vosotros/vosotras viváis jullie leven
ellos/ellas vivan zij leven

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Quiero que yo viva en claridad. Ik wil dat ik in helderheid leef.
Espero que tú vivas para dejar un recado. Ik hoop dat je leeft om een boodschap achter te laten.
Es posible que él viva para descolgar la llamada. Het is mogelijk dat hij leeft om het telefoontje op te nemen.
Deseamos que nosotros vivamos sin colgar la señal. We wensen dat wij zonder het ophangen van het teken leven.
Queremos que vosotros viváis con claridad en el mensaje. We willen dat jullie helderheid hebben in de boodschap.
Es necesario que ellos vivan para escuchar la voz. Het is noodzakelijk dat zij leven om de stem te horen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

viva, vivan, vivas, viváis, vivamos

1.
Es posible que él ... para descolgar la llamada.
(Het is mogelijk dat hij leeft om het telefoontje op te nemen.)
2.
Queremos que vosotros ... con claridad en el mensaje.
(We willen dat jullie helderheid hebben in de boodschap.)
3.
Es necesario que ellos ... para escuchar la voz.
(Het is noodzakelijk dat zij leven om de stem te horen.)
4.
Deseamos que nosotros ... sin colgar la señal.
(We wensen dat wij zonder het ophangen van het teken leven.)
5.
Quiero que yo ... en claridad.
(Ik wil dat ik in helderheid leef.)
6.
Espero que tú ... para dejar un recado.
(Ik hoop dat je leeft om een boodschap achter te laten.)