Ver (zien) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Ver (zien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ver - Vervoeging van zien in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, indicatief. (Pretérito indefinido, indicativo).

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Ver (zien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Días de la semana y partes del día. (Dagen van de week en dagdelen)

Vervoeging van ver in Pretérito Indefinido

Spaans Nederlands
(yo) vi ik zag
(tú) viste jij zag
(él/ella) vio hij/zij zag
(nosotros/nosotras) vimos wij zagen
(vosotros/vosotras) visteis jullie zagen
(ellos/ellas) vieron zij zagen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Vi un reportaje sobre las noticias. Ik zag een reportage over het nieuws.
¿Viste el programa de televisión ayer? Jij zag het televisieprogramma gisteren?
El presentador vio el reportaje completo. De presentator zag de volledige reportage.
Vimos las noticias actuales por internet. We hebben het actuele nieuws op internet gezien.
¿Visteis a las turistas en el programa? Jullie zagen de toeristen in het programma.
Ellos vieron un reportaje preocupante en la tele. Ze zagen een verontrustende reportage op de tv.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

vi, viste, vio, visteis, vieron, vimos

1.
... un reportaje sobre las noticias.
(Ik zag een reportage over het nieuws.)
2.
¿... el programa de televisión ayer?
(Heb je het tv-programma gisteren gezien?)
3.
El presentador ... el reportaje completo.
(De presentator zag de volledige reportage.)
4.
... las noticias actuales por internet.
(We hebben het actuele nieuws op internet gezien.)
5.
¿... a las turistas en el programa?
(Hebben jullie de toeristen in het programma gezien?)
6.
Ellos ... un reportaje preocupante en la tele.
(Ze zagen een verontrustende reportage op de tv.)