Venir (komen) - Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)

 Venir (komen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Venir - Vervoeging van Komen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de aanvoegende wijs, aanvoegende tijd (Subjuntivo presente, subjuntivo).

Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Venir (komen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - ¿De dónde eres? (Waar kom je vandaan?)

Vervoeging van venir in de subjuntivo_presente

Spaans Nederlands
(yo) venga ik kom
(tú) vengas jij komt
(él/ella) venga hij/zij komt
(nosotros/nosotras) vengamos wij komen
(vosotros/vosotras) vengáis jullie komen
(ellos/ellas) vengan zij komen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands