Venir (komen) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Venir - Vervoeging van Komen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, indicatieve wijze. (Pretérito imperfecto, indicativo).
Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Venir (komen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - ¿De dónde eres? (Waar kom je vandaan?)
Vervoeging van komen in Pretérito imperfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo venía | ik kwam |
tú venías | jij kwam |
él/ella venía | hij/zij kwam |
nosotros/nosotras veníamos | wij kwamen |
vosotros/vosotras veníais | jullie kwamen |
ellos/ellas venían | zij kwamen |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo venía a la escuela primaria todos los días. | Ik kwam elke dag naar de basisschool. |
Tú venías a ensayar al teatro de la escuela. | Je kwam repeteren in het schooltheater. |
Él venía al bachillerato bien preparado. | Hij kwam goed voorbereid naar de middelbare school. |
Nosotros veníamos a inscribirnos en el máster. | Wij kwamen ons inschrijven voor de master. |
Vosotros veníais a sacar buenas notas siempre. | Jullie kwamen altijd goede cijfers halen. |
Ellas venían a enseñar en la escuela secundaria. | Zij kwamen lesgeven op de middelbare school. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
venías, venía, venían, veníais, veníamos
1.
Él ... al bachillerato bien preparado.
(Hij kwam goed voorbereid naar de middelbare school.)
2.
Yo ... a la escuela primaria todos los días.
(Ik kwam elke dag naar de basisschool.)
3.
Nosotros ... a inscribirnos en el máster.
(Wij kwamen ons inschrijven voor de master.)
4.
Vosotros ... a sacar buenas notas siempre.
(Jullie kwamen altijd goede cijfers halen.)
5.
Tú ... a ensayar al teatro de la escuela.
(Je kwam repeteren in het schooltheater.)
6.
Ellas ... a enseñar en la escuela secundaria.
(Zij kwamen lesgeven op de middelbare school.)