Restar (aftrekken) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Restar - Vervoeging van aftrekken in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Restar (aftrekken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Números y contar (Cijfers en tellen)
Vervoeging van aftrekken in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo resto | ik trek af |
tú restas | jij trekt af |
él/ella resta | hij trekt af |
nosotros/nosotras restamos | wij trekken af |
vosotros/vosotras restáis | jullie trekken af |
ellos/ellas restan | zij trekken af |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo resto los puntos en el juego. | Ik trek de punten af in het spel. |
Tú restas las tareas completadas. | Jij trekt de voltooide taken af. |
Él resta los gastos del presupuesto. | Hij trekt de kosten van het budget af. |
Nosotros restamos las largas distancias en el mapa. | Wij trekken de lange afstanden van de kaart af. |
Vosotros restáis las cifras incorrectas. | Jullie trekken de verkeerde cijfers af. |
Ellos restan las cantidades sobrantes. | Zij trekken de overgebleven hoeveelheden af. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
resto, restas, resta, restamos, restáis, restan
1.
Nosotros ... las largas distancias en el mapa.
(Wij trekken de lange afstanden van de kaart af.)
2.
Ellos ... las cantidades sobrantes.
(Zij trekken de overgebleven hoeveelheden af.)
3.
Tú ... las tareas completadas.
(Jij trekt de voltooide taken af.)
4.
Él ... los gastos del presupuesto.
(Hij trekt de kosten van het budget af.)
5.
Vosotros ... las cifras incorrectas.
(Jullie trekken de verkeerde cijfers af.)
6.
Yo ... los puntos en el juego.
(Ik trek de punten af in het spel.)