Responder (antwoorden) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Responder - Vervoeging van antwoorden in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Responder (antwoorden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Preguntar cosas (Dingen vragen)
Vervoeging van antwoorden in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) respondo | ik antwoord |
(tú) respondes | jij antwoordt |
(él/ella) responde | hij/zij antwoordt |
(nosotros/nosotras) respondemos | wij antwoorden |
(vosotros/vosotras) respondéis | jullie antwoorden |
(ellos/ellas) responden | zij antwoorden |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo respondo a la pregunta ¿Cuál es tu receta? | Ik antwoord op de vraag wat jouw recept is |
Tú respondes rápido cuando te preguntan | Jij antwoordt snel wanneer je wordt gevraagd |
Él responde dónde está el pulpo | hij antwoordt waar de octopus is |
Nosotros respondemos cómo mezclar los ingredientes | wij antwoorden hoe we de ingrediënten mengen |
Vosotros respondéis cuándo es la cena casera | Jullie antwoorden wanneer het zelfgemaakte diner is |
Ellos responden por qué repiten la receta | zij antwoorden waarom ze het recept herhalen |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
respondo, respondes, responde, respondemos, respondéis, responden
1.
Él ... dónde está el pulpo
(Hij antwoordt waar de octopus is)
2.
Yo ... a la pregunta ¿cuál es tu receta?
(Ik beantwoord de vraag: wat is jouw recept?)
3.
Vosotros ... cuándo es la cena casera
(Jullie antwoorden wanneer het zelfgemaakte diner is)
4.
Nosotros ... cómo mezclar los ingredientes
(Wij antwoorden hoe we de ingrediënten mengen)
5.
Ellos ... por qué repiten la receta
(Zij antwoorden waarom ze het recept herhalen)
6.
Tú ... rápido cuando te preguntan
(Jij antwoordt snel wanneer je wordt gevraagd)