Querer (willen) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Querer - Vervoeging van willen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatief (Pretérito perfecto, indicativo).
Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Querer (willen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Vervoeging van willen in Pretérito Perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) he querido | ik heb gewild |
(tú) has querido | jij hebt gewild |
(él/ella) ha querido | hij/zij heeft gewild |
(nosotros/nosotras) hemos querido | wij hebben gewild |
(vosotros/vosotras) habéis querido | jullie hebben gewild |
(ellos/ellas) han querido | zij hebben gewild |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo he querido caminar por la playa. | Ik heb willen wandelen op het strand. |
Tú has querido ver la cascada. | Jij hebt willen de waterval zien. |
Él ha querido visitar la montaña. | Hij heeft willen bezoeken de berg. |
Nosotros hemos querido explorar el bosque. | Wij hebben willen het bos verkennen. |
Vosotros habéis querido descansar en el valle. | Jullie hebben willen uitrusten in het dal. |
Ellos han querido ver los girasoles. | Zij hebben de zonnebloemen willen zien. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
he querido, has querido, ha querido, hemos querido, habéis querido, han querido
1.
Yo ... caminar por la playa.
(Ik heb willen wandelen op het strand.)
2.
Nosotros ... explorar el bosque.
(Wij hebben willen het bos verkennen.)
3.
Vosotros ... descansar en el valle.
(Jullie hebben willen uitrusten in het dal.)
4.
Tú ... ver la cascada.
(Jij hebt willen de waterval zien.)
5.
Él ... visitar la montaña.
(Hij heeft willen bezoeken de berg.)
6.
Ellos ... ver los girasoles.
(Zij hebben de zonnebloemen willen zien.)