Querer (willen) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Querer - Vervoeging van willen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, indicatieve wijs (Pretérito indefinido, indicativo).
Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Querer (willen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Vervoeging van querer in Pretérito Indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo quise | ik wilde |
tú quisiste | jij wilde |
él/ella quiso | hij wilde |
nosotros/nosotras quisimos | wij wilden |
vosotros/vosotras quisisteis | jullie wilden |
ellos/ellas quisieron | zij wilden |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Quise probar las tapas. | Ik wilde de tapas proberen. |
Quisiste la ración de jamón. | Je wilde de portie ham. |
Quiso pedir la comida rápida. | Hij wilde fastfood bestellen. |
Quisimos una ración de croquetas. | We wilden een portie kroketten. |
Quisisteis las patatas bravas. | Jullie wilden de patatas bravas. |
Quisieron el plato combinado rico. | Ze wilden het lekkere gecombineerde gerecht. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
quise, quisiste, quiso, quisimos, quisisteis, quisieron
1.
... pedir la comida rápida.
(Hij wilde fastfood bestellen.)
2.
... las patatas bravas.
(Jullie wilden de patatas bravas.)
3.
... probar las tapas.
(Ik wilde de tapas proberen.)
4.
... el plato combinado rico.
(Ze wilden het lekkere gecombineerde gerecht.)
5.
... la ración de jamón.
(Je wilde de portie ham.)
6.
... una ración de croquetas.
(We wilden een portie kroketten.)