Querer (willen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Querer (willen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Querer - Vervoeging van willen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Querer (willen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van willen in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) quiero ik wil
(tú) quieres jij wilt
(él/ella) quiere hij/zij wil
(nosotros/nosotras) queremos wij willen
(vosotros/vosotras) queréis jullie willen
(ellos/ellas) quieren zij willen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo quiero comer. Ik wil eten.
Tú quieres beber agua. Jij wilt water drinken.
Él quiere estudiar. Hij wil studeren.
Nosotros queremos viajar. Wij willen reizen.
Vosotros queréis aprender. Jullie willen leren.
Ellos quieren jugar. Zij willen spelen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

quiero, quieren, queréis, queremos, quiere, quieres

1.
Yo ... comer.
(Ik wil eten.)
2.
Él ... estudiar.
(Hij wil studeren.)
3.
Ellos ... jugar.
(Zij willen spelen.)
4.
Nosotros ... viajar.
(Wij willen reizen.)
5.
Tú ... beber agua.
(Jij wilt water drinken.)
6.
Vosotros ... aprender.
(Jullie willen leren.)