Probar (proberen) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Probar (proberen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Probar - Vervoeging van probar in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, indicatieve wijze (Pretérito indefinido, indicativo).

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Probar (proberen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Comida para llevar (Afhaalmaaltijden)

Vervoeging van probar in Pretérito Indefinido

Spaans Nederlands
(yo) probé ik probeerde
(tú) probaste jij probeerde
(él/ella) probó hij probeerde/zij probeerde
(nosotros/nosotras) probamos wij probeerden
(vosotros/vosotras) probasteis jullie proefden
(ellos/ellas) probaron zij probeerden

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Probé las patatas bravas en el restaurante. Ik heb de patatas bravas in het restaurant geprobeerd.
Probaste la tortilla con jamón ayer. Je proefde gisteren de omelet met ham.
Probó la comida china y le gustó. Hij proefde het Chinese eten en vond het lekker.
Probamos las croquetas antes de pedir. We proefden de kroketten voordat we bestelden.
Probasteis la ración de gambas en el bar. Jullie proefden de portie garnalen in de kroeg.
Probaron la pasta y dijeron que estaba rica. Ze proefden de pasta en zeiden dat het lekker was.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

probaron, probamos, probó, probaste, probasteis, probé

1.
... las croquetas antes de pedir.
(We proefden de kroketten voordat we bestelden.)
2.
... las patatas bravas en el restaurante.
(Ik heb de patatas bravas in het restaurant geprobeerd.)
3.
... la ración de gambas en el bar.
(Jullie proefden de portie garnalen in de kroeg.)
4.
... la pasta y dijeron que estaba rica.
(Ze proefden de pasta en zeiden dat het lekker was.)
5.
... la comida china y le gustó.
(Hij proefde het Chinese eten en vond het lekker.)
6.
... la tortilla con jamón ayer.
(Je proefde gisteren de omelet met ham.)