Presentarse (zich voorstellen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Presentarse (zich voorstellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Presentarse - Vervoeging van zich voorstellen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Presentarse (zich voorstellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Decir tu nombre (Je naam zeggen)

Vervoeging van jezelf voorstellen in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) me presento ik stel mij voor
(tú) te presentas jij stelt jezelf voor
(él/ella) se presenta hij/zij stelt zich voor
(nosotros/nosotras) nos presentamos wij stellen ons voor
(vosotros/vosotras) os presentáis jullie stellen je voor
(ellos/ellas) se presentan zij stellen zich voor

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo me presento ante la audiencia. Ik stel mezelf voor aan het publiek.
Tú te presentas en el concurso de talentos. Je doet mee aan de talentenjacht.
Él se presenta al trabajo a tiempo. Hij meldt zich op tijd aan voor het werk.
Nosotros nos presentamos como voluntarios. Wij melden ons aan als vrijwilligers.
Vosotros os presentáis en la fiesta. Jullie komen op het feest.
Ellos se presentan como los nuevos vecinos. Zij stellen zich voor als de nieuwe buren.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

nos presentamos, se presentan, se presenta, me presento, os presentáis, te presentas

1.
Tú ... en el concurso de talentos.
(Je doet mee aan de talentenjacht.)
2.
Nosotros ... como voluntarios.
(Wij melden ons aan als vrijwilligers.)
3.
Vosotros ... en la fiesta.
(Jullie komen op het feest.)
4.
Ellos ... como los nuevos vecinos.
(Zij stellen zich voor als de nieuwe buren.)
5.
Él ... al trabajo a tiempo.
(Hij meldt zich op tijd aan voor het werk.)
6.
Yo ... ante la audiencia.
(Ik stel mezelf voor aan het publiek.)