10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Poner (zetten) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Poner (zetten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Poner - Vervoeging van Zetten in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Pretérito perfecto, indicativo).

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Poner (zetten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Electrodomésticos (Huishoudelijke apparaten)

Vervoeging van 'zetten' in de voltooide tijd

Spaans Nederlands
yo he puesto ik heb gezet
tú has puesto jij hebt gezet
él/ella ha puesto Hij/zij heeft gezet
nosotros/nosotras hemos puesto wij hebben gezet
vosotros/vosotras habéis puesto jullie hebben gezet
ellos/ellas han puesto zij hebben gezet

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
He puesto la solicitud en el ayuntamiento. Ik heb de aanvraag bij het gemeentehuis ingediend.
Has puesto el empadronamiento en tu mochila. Je hebt de inschrijving in je rugzak gestopt.
Ha puesto el seguro en el bolso. Hij heeft de verzekering in de tas gedaan.
Hemos puesto el empleo en la solicitud. We hebben de baan in de aanvraag gezet.
Habéis puesto la cita en la agenda. Jullie hebben de afspraak in de agenda gezet.
Han puesto las visas en la maleta. Ze hebben de visa in de koffer gedaan.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

he puesto, has puesto, ha puesto, hemos puesto, habéis puesto, han puesto

1.
... la cita en la agenda.
(Jullie hebben de afspraak in de agenda gezet.)
2.
... el empadronamiento en tu mochila.
(Je hebt de inschrijving in je rugzak gestopt.)
3.
... la solicitud en el ayuntamiento.
(Ik heb de aanvraag bij het gemeentehuis ingediend.)
4.
... el seguro en el bolso.
(Hij heeft de verzekering in de tas gedaan.)
5.
... las visas en la maleta.
(Ze hebben de visa in de koffer gedaan.)
6.
... el empleo en la solicitud.
(We hebben de baan in de aanvraag gezet.)