Pintarse (zich schilderen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Pintarse (zich schilderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Pintarse - Vervoeging van zich schilderen in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Pintarse (zich schilderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Colores (Kleuren)

Vervoeging van zich schilderen in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
yo me pinto ik schilder me
tú te pintas jij schildert je
él/ella se pinta hij schildert zich
nosotros/nosotras nos pintamos wij schilderen ons
vosotros/vosotras os pintáis jullie schilderen je
ellos/ellas se pintan zij schilderen zich

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo me pinto la cara. Ik schmink mijn gezicht.
¿Tú te pintas las uñas? jij schildert je nagels
Él se pinta para la fiesta. Hij schminkt zich voor het feest.
Nosotros nos pintamos igual. Wij schminken ons hetzelfde.
Vosotros os pintáis bien. Jullie schminken jezelf goed.
Ellos se pintan para el evento. Ze schminken zich voor het evenement.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

nos pintamos, me pinto, os pintáis, te pintas, se pintan, se pinta

1.
Él ... para la fiesta.
(Hij schminkt zich voor het feest.)
2.
Ellos ... para el evento.
(Ze schminken zich voor het evenement.)
3.
Yo ... la cara.
(Ik schmink mijn gezicht.)
4.
Vosotros ... bien.
(Jullie schminken jezelf goed.)
5.
Nosotros ... igual.
(Wij schminken ons hetzelfde.)
6.
¿Tú ... las uñas?
(Lak jij je nagels?)