Observar (observeren) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Observar (observeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Observar - Vervoeging van observeren in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, indicatieve wijs (Pretérito imperfecto, indicativo).

Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Observar (observeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - En el camping (Op de camping)

Vervoeging van observeren in de pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) observaba ik observeerde
(tú) observabas jij observeerde
(él/ella) observaba hij/zij observeerde
(nosotros/nosotras) observábamos wij observeerden
(vosotros/vosotras) observabais jullie observeerden
(ellos/ellas) observaban zij observeerden

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo observaba el cielo cada noche. Ik keek elke avond naar de lucht.
Tú observabas las estrellas brillantes. Jij keek naar de heldere sterren.
Él observaba el mapa del mundo. Hij bekeek de wereldkaart.
Nosotros observábamos una cascada fascinante. Wij observeerden een fascinerende waterval.
Vosotros observabais el norte en el mapa. Jullie keken naar het noorden op de kaart.
Ellos observaban la luna en el espacio. Zij observeerden de maan in de ruimte.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

observabais, observabas, observábamos, observaba, observaban

1.
Nosotros ... una cascada fascinante.
(Wij observeerden een fascinerende waterval.)
2.
Ellos ... la luna en el espacio.
(Zij observeerden de maan in de ruimte.)
3.
Tú ... las estrellas brillantes.
(Jij keek naar de heldere sterren.)
4.
Yo ... el cielo cada noche.
(Ik keek elke avond naar de lucht.)
5.
Él ... el mapa del mundo.
(Hij bekeek de wereldkaart.)
6.
Vosotros ... el norte en el mapa.
(Jullie keken naar het noorden op de kaart.)