Meditar (mediteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van meditar (mediteren) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Meditar (mediteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 4: Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Les 29: Estado físico y sensaciones. (Fysieke toestanden en sensaties)

Basiswerkwoordsvormen

Infinitivo (Infinitief) Gerundio (Deelwoord) Participio (Deelwoord)
Meditar (Mediteren) Meditando (Aan het mediteren) Meditado (Gemediteerd)

Meditar (Mediteren): Werkwoordvervoegingstabellen

Indicativo (Aantonende wijs) Subjuntivo (Aanvoegende wijs)

Presente 

Spaans Nederlands
yo medito ik mediteer
tú meditas jij mediteert
él/ella medita hij/zij mediteert
nosotros/nosotras meditamos wij mediteren
vosotros/vosotras meditáis jullie mediteren
ellos/ellas meditan zij mediteren

Pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
yo he meditado ik heb gemediteerd
tú has meditado jij hebt gemediteerd
él/ella ha meditado hij/zij heeft gemediteerd
nosotros/nosotras hemos meditado wij hebben gemediteerd
vosotros/vosotras habéis meditado jullie hebben gemediteerd
ellos/ellas han meditado zij hebben gemediteerd

Subjuntivo presente 

Spaans Nederlands
yo medite ik mediteer
tú medites jij mediteert
él/ella medite hij/zij mediteert
nosotros/nosotras meditemos wij mediteren
vosotros/vosotras meditéis jullie mediteren
ellos/ellas mediten zij mediteren

Subjuntivo pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
yo haya meditado ik heb gemediteerd
tú hayas meditado jij hebt gemediteerd
él/ella haya meditado hij/zij heeft gemediteerd
nosotros/nosotras hayamos meditado wij hebben gemediteerd
vosotros/vosotras hayáis meditado jullie hebben gemediteerd
ellos/ellas hayan meditado zij hebben gemediteerd

Pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
yo Meditaba ik mediteerde
tú Meditabas jij mediteerde
él/ella Meditaba hij/zij mediteerde
nosotros/nosotras Meditábamos wij mediteerden
vosotros/vosotras Meditabais jullie mediteerden
ellos/ellas Meditaban zij mediteerden

Pretérito pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
yo había meditado ik had gemediteerd
tú habías meditado jij had gemediteerd
él/ella había meditado hij/zij had gemediteerd
nosotros/nosotras habíamos meditado wij hadden gemediteerd
vosotros/vosotras habíais meditado jullie hadden gemediteerd
ellos/ellas habían meditado zij hadden gemediteerd

Subjuntivo pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
yo meditara/meditase ik mediteerde
tú meditaras/meditases jij zou mediteren
él/ella meditara/meditase hij/zij mediteerde
nosotros/nosotras meditáramos/meditásemos wij zouden mediteren
vosotros/vosotras meditarais/meditaseis jullie zouden mediteren
ellos/ellas meditaran/meditasen zij mediteerden

Subjuntivo pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
yo hubiera/hubiese meditado ik zou hebben gemediteerd
tú hubieras/hubieses meditado jij zou hebben gemediteerd
él/ella hubiera/hubiese meditado hij zou gemediteerd hebben
nosotros/nosotras hubiéramos/hubiésemos meditado wij zouden gemediteerd hebben
vosotros/vosotras hubierais/hubieseis meditado jullie zouden hebben gemediteerd
ellos/ellas hubieran/hubiesen meditado zij zouden gemediteerd hebben

Pretérito indefinido 

Spaans Nederlands
yo medité ik mediteerde
tú meditaste jij mediteerde
él/ella meditó hij/zij mediteerde
nosotros/nosotras meditamos wij mediteerden
vosotros/vosotras meditasteis jullie mediteerden
ellos/ellas meditaron zij mediteerden

Pretérito anterior 

Spaans Nederlands
yo hube meditado ik had gemediteerd
tú hubiste meditado jij had gemediteerd
él/ella hubo meditado hij had gemediteerd
nosotros/nosotras hubimos meditado wij hadden gemediteerd
vosotros/vosotras hubisteis meditado jullie hadden gemediteerd
ellos/ellas hubieron meditado zij hadden gemediteerd

Subjuntivo futuro simple 

Spaans Nederlands
yo meditare ik zal mediteren
tú meditares jij zal mediteren
él/ella meditare hij/zij zal mediteren
nosotros/nosotras meditáremos wij zullen mediteren
vosotros/vosotras meditareis jullie zouden mediteren
ellos/ellas meditaren zij mediteren

Subjuntivo futuro perfecto 

Spaans Nederlands
yo hubiere meditado/hubiera meditado ik zou gemediteerd hebben
tú hubieres meditado/hubieras meditado jij zou hebben gemediteerd
él/ella hubiere meditado/hubiera meditado hij zou hebben gemediteerd
nosotros/nosotras hubiéremos meditado/hubiéramos meditado wij zouden hebben gemediteerd
vosotros/vosotras hubiereis meditado/hubierais meditado jullie zullen gemediteerd hebben
ellos/ellas hubieren meditado/hubieran meditado zij zullen gemediteerd hebben

Futuro simple 

Spaans Nederlands
yo meditaré ik zal mediteren
tú meditarás jij zult mediteren
él/ella meditará hij/zij zal mediteren
nosotros/nosotras meditaremos wij zullen mediteren
vosotros/vosotras meditaréis jullie zullen mediteren
ellos/ellas meditarán zij zullen mediteren

Futuro perfecto 

Spaans Nederlands
yo habré meditado ik zal gemediteerd hebben
tú habrás meditado jij zult hebben gemediteerd
él/ella habrá meditado hij/zij zal hebben gemediteerd
nosotros/nosotras habremos meditado wij zullen hebben gemediteerd
vosotros/vosotras habréis meditado jullie zullen gemediteerd hebben
ellos/ellas habrán meditado zij zullen hebben gemediteerd
Imperativo (Imperatief)

Imperativo 

Spaans Nederlands
¡Medita! mediteer
¡Medite! mediteer
¡Meditemos! Laten we mediteren!
¡Meditad! Mediteer!
¡Mediten! Mediteer!

Imperativo negativo 

Spaans Nederlands
No medite! jij mediteer niet
No medites! hij/zij mediteert niet
No medite! jij mediteer niet
No meditemos! Jullie mediteren niet!
No meditéis! Zij moeten niet mediteren!

Condicional simple 

Spaans Nederlands
yo meditaría ik zou mediteren
tú meditarías jij zou mediteren
él/ella meditaría hij/zij zou mediteren
nosotros/nosotras meditaríamos wij zouden mediteren
vosotros/vosotras meditaríais jullie zouden mediteren
ellos/ellas meditarían zij zouden mediteren

Condicional perfecto 

Spaans Nederlands
yo condicional_perfecto ik zou hebben gemediteerd
tú habría meditado jij zou hebben gemediteerd
él/ella habrías meditado hij/zij zou hebben gemediteerd
nosotros/nosotras habría meditado wij zouden hebben gemediteerd
vosotros/vosotras habríamos meditado jullie zouden hebben gemediteerd
ellos/ellas habríais meditado zij zouden gemediteerd hebben

Tegenwoordige en toekomstige tijden: A1

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Zij zullen mediteren voor het slapen gaan.
Ellos meditarán antes de dormir.
2. Zij mediteert om zich rustig te voelen.
Ella medita para sentirse tranquila.
3. Wij zullen samen mediteren in de ochtend.
Nosotros meditaremos juntos en la mañana.
4. Zij mediteren elke dag.
Ellos meditan todos los días.
5. Jullie zullen mediteren om de dag te beginnen.
Vosotros meditaréis para empezar el día.

Basis verleden tijd (A2/B1)

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Zij mediteerden en beetje bij beetje voelden ze zich minder nerveus.
Ellos meditaban y poco a poco se sentían menos nerviosos.
2. Zij hebben gemediteerd over de betekenis van het leven.
Ellos han meditado sobre el significado de la vida.
3. Hij mediteerde en zijn geest voelde zich rustiger.
Él meditaba y su mente se sentía más tranquila.
4. jullie hebben gemediteerd voor het slapen gaan.
Vosotros habéis meditado antes de dormir.
5. Wij mediteerden samen en we vonden het heel ontspannend.
Nosotros meditábamos juntos y nos parecía muy relajante.

Basis subjunctief oefeningen: B1

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

meditéis, meditarais/meditaseis, meditaran/meditasen, mediten, medites

1.
Si vosotros ..., os sentiríais menos nerviosos.
(Als jullie zouden mediteren, zouden jullie je minder nerveus voelen.)
2.
Si ellos ..., parecerían más contentos.
(Als zij zouden mediteren, zouden ze gelukkiger lijken.)
3.
Es importante que vosotros ... en un lugar abierto.
(Het is belangrijk dat jullie in een open ruimte mediteren.)
4.
Espero que tú ... en el jardín por la mañana.
(Ik hoop dat jij 's ochtends in de tuin mediteert.)
5.
Sugiero que ellos ... después de trabajar.
(Ik stel voor dat zij na het werken mediteren.)

Gevorderde oefeningen: C1/C2

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Het is belangrijk dat jullie gemediteerd hebben voordat jullie een beslissing nemen.
Es importante que vosotros hayáis meditado antes de tomar una decisión.
2. Zij zou niet zo boos zijn geworden als zij had gemediteerd.
Ella no se habría enojado tanto si hubiera/hubiese meditado.
3. Jullie zouden hebben gemediteerd om middernacht.
Vosotros habríais meditado a la medianoche.
4. Zij hadden gemediteerd en leken intelligenter.
Ellos hubieron meditado y parecieron más inteligentes.
5. Wij zouden in de ochtend hebben gemediteerd.
Nosotros habríamos meditado en la mañana.