Leer (lezen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Leer - Vervoeging van lezen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Leer (lezen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Describir pasatiempos (Hobby's beschrijven)
Vervoeging van leren in tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) leo | ik lees |
(tú) lees | jij leest |
(él/ella) lee | hij/zij leest |
(nosotros/nosotras) leemos | wij lezen |
(vosotros/vosotras) leéis | jullie lezen |
(ellos/ellas) leen | zij lezen |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo leo la hora en el reloj a mediodía. | Ik lees de tijd van het horloge om twaalf uur 's middags. |
¿Tú lees la hora en punto o con minutos? | Jij leest de tijd op het hele uur of met minuten |
Él lee la hora y media con atención. | Hij leest de klok half twee aandachtig af. |
Nosotros leemos la hora menos cuarto juntos. | Wij lezen samen kwart voor. |
Vosotros leéis la hora y cinco con cuidado. | Jullie lezen voorzichtig vijf over één. |
Ellos leen la hora de la tarde y la noche. | Zij lezen de tijd in de middag en avond. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
leo, lees, lee, leemos, leéis, leen
1.
Ellos ... la hora de la tarde y la noche.
(Zij lezen de tijd in de middag en avond.)
2.
Yo ... la hora en el reloj a mediodía.
(Ik lees de tijd van het horloge om twaalf uur 's middags.)
3.
Él ... la hora y media con atención.
(Hij leest de klok half twee aandachtig af.)
4.
¿Tú ... la hora en punto o con minutos?
(Lees jij de tijd op het uur of met minuten?)
5.
Nosotros ... la hora menos cuarto juntos.
(Wij lezen samen kwart voor.)
6.
Vosotros ... la hora y cinco con cuidado.
(Jullie lezen voorzichtig vijf over één.)