10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Lavarse (zich wassen) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Lavarse (zich wassen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lavarse - Vervoeging van zich wassen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de imperfecto verleden tijd, indicatieve wijs (Pretérito imperfecto, indicativo).

Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Lavarse (zich wassen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Rutinas diarias (Dagelijkse routines)

Vervoeging van zich wassen in Pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) me lavaba ik waste me
(tú) te lavabas jij waste je
(él/ella) se lavaba hij/zij waste zich
(nosotros/nosotras) nos lavábamos wij wasten ons
(vosotros/vosotras) os lavabais jullie wasten zich
(ellos/ellas) se lavaban zij wasten zich

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Siempre me lavaba las manos antes de comer. Ik waste altijd mijn handen voordat ik at.
Te lavabas el pelo con champú todos los días. Je waste je haar elke dag met shampoo.
Se lavaba la cara con jabón cada mañana. Hij waste elke ochtend zijn gezicht met zeep.
Nos lavábamos los dientes con la pasta de dientes. We poetsten onze tanden met tandpasta.
Os lavabais con gel de ducha después del ejercicio. Jullie wasten je met douchegel na het sporten.
Se lavaban las manos porque tenían suciedad. Ze wasten hun handen omdat ze vuil waren.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

me lavaba, te lavabas, se lavaban, os lavabais, nos lavábamos, se lavaba

1.
Siempre ... las manos antes de comer.
(Ik waste altijd mijn handen voordat ik at.)
2.
... el pelo con champú todos los días.
(Je waste je haar elke dag met shampoo.)
3.
... los dientes con la pasta de dientes.
(We poetsten onze tanden met tandpasta.)
4.
... las manos porque tenían suciedad.
(Ze wasten hun handen omdat ze vuil waren.)
5.
... la cara con jabón cada mañana.
(Hij waste elke ochtend zijn gezicht met zeep.)
6.
... con gel de ducha después del ejercicio.
(Jullie wasten je met douchegel na het sporten.)