Hacer (doen) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Hacer (doen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Hacer - Vervoeging van doen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de eenvoudige verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito indefinido, indicativo).

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Hacer (doen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Rutinas diarias (Dagelijkse routines)

Vervoeging van hacer in Pretérito Indefinido

Spaans Nederlands
(yo) hice ik deed
(tú) hiciste jij deed
(él/ella) hizo hij/zij deed
(nosotros/nosotras) hicimos wij deden
(vosotros/vosotras) hicisteis jullie deden
(ellos/ellas) hicieron zij deden

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Hice una compra con tarjeta de crédito. Ik deed een aankoop met een creditcard.
Hiciste una cuenta bancaria online. Jij deed een online bankrekening.
Hizo el pago en efectivo ayer. Hij deed de betaling contant gisteren.
Hicimos el check-in en el hotel ayer. Wij deden de check-in in het hotel gisteren.
Hicisteis un depósito en la cuenta. Jullie deden een storting op de rekening.
Hicieron una reserva por internet. Zij deden een reservering via internet.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

hiciste, hizo, hice, hicisteis, hicieron, hicimos

1.
... una compra con tarjeta de crédito.
(Ik deed een aankoop met een creditcard.)
2.
... una cuenta bancaria online.
(Jij deed een online bankrekening.)
3.
... el pago en efectivo ayer.
(Hij deed de betaling contant gisteren.)
4.
... el check-in en el hotel ayer.
(Wij deden de check-in in het hotel gisteren.)
5.
... un depósito en la cuenta.
(Jullie deden een storting op de rekening.)
6.
... una reserva por internet.
(Zij deden een reservering via internet.)