Hacer (doen) - Condicional simple, indicativo (Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd, aantonende wijs)

 Hacer (doen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Hacer - Vervoeging van doen in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voorwaardelijke wijs, aantonende wijs (Condicional simple, indicativo).

Condicional simple, indicativo (Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Hacer (doen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Rutinas diarias (Dagelijkse routines)

Vervoeging van doen in de voorwaardelijke wijs

Spaans Nederlands
yo haría ik zou doen
tú harías jij zou doen
él/ella haría hij zou doen
nosotros/nosotras haríamos wij zouden doen
vosotros/vosotras haríais jullie zouden doen
ellos/ellas harían zij zouden doen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo haría una tostada para desayunar. Ik zou een toast maken voor het ontbijt.
¿Tú harías café para la mañana? Jij zou koffie doen voor de ochtend.
Ella haría ejercicio a diario. Zij zou dagelijks sporten.
Nosotros haríamos el horario juntos. wij zouden het rooster samen doen.
¿Vosotros haríais tiempo para estudiar? jullie zouden tijd maken om te studeren
Ellos harían planes para la tarde. zij zouden plannen maken voor de middag

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

haríais, haría, harían, harías, haríamos

1.
Ellos ... planes para la tarde.
(Zij zouden plannen maken voor de middag)
2.
¿Tú ... café para la mañana?
(Zou je koffie zetten voor de ochtend?)
3.
Ella ... ejercicio a diario.
(Zij zou dagelijks sporten.)
4.
Nosotros ... el horario juntos.
(Wij zouden het rooster samen doen.)
5.
¿Vosotros ... tiempo para estudiar?
(Zouden jullie tijd vrijmaken om te studeren?)
6.
Yo ... una tostada para desayunar.
(Ik zou een toast maken voor het ontbijt.)