Gustar (bevallen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Gustar (bevallen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Gustar - Vervoeging van bevallen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Gustar (bevallen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Colores (Kleuren)

Vervoeging van bevallen in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) me gusta ik beval
(tú) te gusta jij bevalt
(él/ella) le gusta hij/zij bevalt
(nosotros/nosotras) nos gusta wij bevallen
(vosotros/vosotras) os gusta jullie bevallen
(ellos/ellas) les gusta zij bevallen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
A mi me gusta la comida familiar. Ik hou van familie-eten.
¿Te gusta el regalo? Bevalt je/het cadeau?
A él le gusta celebrar las fiestas. Hij viert graag feest.
A nosotros nos gusta estudiar español. Wij vinden het leuk om Spaans te studeren.
A vosotros os gusta ver a vuestros amigos. Jullie houden ervan om jullie vrienden te zien.
A ellos les gusta viajar por varios países. Zij houden van reizen naar verschillende landen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

me gusta, te gusta, le gusta, nos gusta, os gusta, les gusta

1.
A mi ... la comida familiar.
(Ik hou van familie-eten.)
2.
A ellos ... viajar por varios países.
(Zij houden van reizen naar verschillende landen.)
3.
A nosotros ... estudiar español.
(Wij vinden het leuk om Spaans te studeren.)
4.
A vosotros ... ver a vuestros amigos.
(Jullie houden ervan om jullie vrienden te zien.)
5.
¿... el regalo?
(Vind je het cadeau leuk?)
6.
A él ... celebrar las fiestas.
(Hij viert graag feest.)