Explorar (verkennen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van explorar (verkennen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Explorar (verkennen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: B1

Module 3: Sueños (Dromen)

Les 17: Pasiones pendientes (Wachten op passies)

Basiswerkwoordsvormen

Infinitivo (Infinitief) Gerundio (Deelwoord) Participio (Deelwoord)
Explorar (verkennen) Explorando (Verkennende) Explorado (Onderzocht)

Explorar (verkennen): Werkwoordvervoegingstabellen

Indicativo (Aantonende wijs) Subjuntivo (Aanvoegende wijs)

Presente 

Spaans Nederlands
(yo) exploro ik verken
(tú) exploras jij verkent
(él/ella) explora hij/zij verkent
(nosotros/nosotras) exploramos wij verkennen
(vosotros/vosotras) exploráis jullie verkennen
(ellos/ellas) exploran zij verkennen

Pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) he explorado ik heb verkend
(tú) has explorado jij hebt verkend
(él/ella) ha explorado hij/zij heeft verkend
(nosotros/nosotras) hemos explorado wij hebben verkend
(vosotros/vosotras) habéis explorado jullie hebben verkend
(ellos/ellas) han explorado zij hebben verkend

Subjuntivo presente 

Spaans Nederlands
(yo) explore ik verken
(tú) explores jij verkent
(él/ella) explore hij verken/zij verken
(nosotros/nosotras) exploremos wij verkennen
(vosotros/vosotras) exploréis jullie verkennen
(ellos/ellas) exploren zij verkennen

Subjuntivo pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) haya explorado ik heb verkend
(tú) hayas explorado jij hebt verkend
(él/ella) haya explorado hij zou verkend hebben/zij zou verkend hebben
(nosotros/nosotras) hayamos explorado wij hebben verkend
(vosotros/vosotras) hayáis explorado jullie hebben verkend
(ellos/ellas) hayan explorado zij hebben verkend

Pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) exploraba ik verkende
(tú) explorabas jij verkende
(él/ella) exploraba hij verkende / zij verkende
(nosotros/nosotras) explorábamos wij verkenden
(vosotros/vosotras) explorabais jullie verkenden
(ellos/ellas) exploraban zij verkenden

Pretérito pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) había explorado ik had verkend
(tú) habías explorado jij had verkend
(él/ella) había explorado hij/zij had verkend
(nosotros/nosotras) habíamos explorado wij hadden verkend
(vosotros/vosotras) habíais explorado jullie hadden verkend
(ellos/ellas) habían explorado zij hadden verkend

Subjuntivo pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) explorara/explorase ik verkende
(tú) exploraras/explorases jij zou verkennen
(él/ella) explorara/explorase hij zou verkennen
(nosotros/nosotras) exploráramos/explorásemos wij verkenden
(vosotros/vosotras) explorarais/exploraseis jullie zouden verkennen
(ellos/ellas) exploraran/explorasen zij verkenden

Subjuntivo pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) hubiera/hubiese explorado ik zou verkennen
(tú) hubieras/hubieses explorado jij zou hebben verkend
(él/ella) hubiera/hubiese explorado hij/zij zou hebben verkend
(nosotros/nosotras) hubiéramos/hubiésemos explorado wij zouden verkend hebben
(vosotros/vosotras) hubierais/hubieseis explorado jullie hadden verkend
(ellos/ellas) hubieran/hubiesen explorado zij hadden verkend

Pretérito indefinido 

Spaans Nederlands
(yo) exploré ik verkende
(tú) exploraste jij verkende
(él/ella) exploró hij verkennde / zij verkende
(nosotros/nosotras) exploramos wij verkenden
(vosotros/vosotras) explorasteis jullie verkenden
(ellos/ellas) exploraron zij verkenden

Pretérito anterior 

Spaans Nederlands
(yo) hube explorado ik had verkend
(tú) hubiste explorado jij had verkend
(él/ella) hubo explorado hij/zij had verkend
(nosotros/nosotras) hubimos explorado wij hadden verkend
(vosotros/vosotras) hubisteis explorado jullie hadden verkend
(ellos/ellas) hubieron explorado zij hadden verkend

Subjuntivo futuro simple 

Spaans Nederlands
(yo) explorare ik zal verkennen
(tú) explorares jij zou verkennen
(él/ella) explorare hij zou verkennen/zij zou verkennen
(nosotros/nosotras) exploráremos wij zullen verkennen
(vosotros/vosotras) explorareis jullie zullen verkennen
(ellos/ellas) exploraren zij verkennen

Subjuntivo futuro perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) hubiere explorado ik zou hebben verkend
(tú) hubieres explorado jij zou hebben verkend
(él/ella) hubiere explorado hij/zij zou hebben verkend
(nosotros/nosotras) hubiéremos explorado wij zullen verkend hebben
(vosotros/vosotras) hubiereis explorado jullie zouden verkend hebben
(ellos/ellas) hubieren explorado zij hebben verkend

Futuro simple 

Spaans Nederlands
(yo) exploraré ik zal verkennen
(tú) explorarás jij zult verkennen
(él/ella) explorará hij/zij zal verkennen
(nosotros/nosotras) exploraremos wij zullen verkennen
(vosotros/vosotras) exploraréis jullie zullen verkennen
(ellos/ellas) explorarán zij zullen verkennen

Futuro perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) habré explorado ik zal hebben verkend
(tú) habrás explorado jij zult verkend hebben
(él/ella) habrá explorado hij/zij zal hebben verkend
(nosotros/nosotras) habremos explorado wij zullen verkend hebben
(vosotros/vosotras) habréis explorado jullie zullen verkend hebben
(ellos/ellas) habrán explorado zij zullen verkend hebben
Imperativo (Imperatief)

Imperativo 

Spaans Nederlands
¡Explora! Verken!
¡Explore! Verken!
¡Exploremos! laten we verkennen
¡Explorad! Verken!
¡Exploren! Verken!

Imperativo negativo 

Spaans Nederlands
No explore verken niet
¡No explores! (geen pronomen) Niet verkennen!
¡No explore! wij/jullie verkennen niet
¡No exploremos! laten we niet verkennen
¡No exploréis! Verken niet!

Condicional simple 

Spaans Nederlands
(yo) exploraría ik zou verkennen
(tú) explorarías jij zou verkennen
(él/ella) exploraría hij/zij zou verkennen
(nosotros/nosotras) exploraríamos wij zouden verkennen
(vosotros/vosotras) exploraríais jullie zouden verkennen
(ellos/ellas) explorarían zij zouden verkennen

Condicional perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) habría explorado ik zou verkennen
(tú) habrías explorado jij zou hebben verkend
(él/ella) habría explorado hij/zij zou hebben verkend
(nosotros/nosotras) habríamos explorado wij zouden hebben verkend
(vosotros/vosotras) habríais explorado jullie zouden verkend hebben
(ellos/ellas) habrían explorado zij zouden verkend hebben

Tegenwoordige en toekomstige tijden: A1

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Jullie verkennen het continent en ontdekken nieuwe culturen.
Vosotros exploráis el continente y descubrís nuevas culturas.
2. Wij verkennen Oceanië op een cruise.
Nosotros exploramos oceanía en un crucero.
3. jullie zullen de thematiek van reclamecampagnes verkennen.
Exploraréis la temática de las campañas publicitarias.
4. Hij verkent Amerika terwijl hij in de luchtballon stapt.
Él explora américa mientras se sube al globo.
5. ik zal de inhoud van de reclamecampagne verkennen.
En el futuro, exploraré el contenido de la campaña publicitaria.

Basis verleden tijd (A2/B1)

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. We hebben Oceanië verkend en de gewoonte geoefend om consequent te zijn.
Hemos explorado oceanía y hemos practicado el hábito de ser constantes.
2. Jullie verkenden het veld en voedden geiten.
Explorabais el campo y alimentabais cabras.
3. Jullie hebben de cruise verkend en zijn vertrokken met de groep ontdekkingsreizigers.
Habéis explorado el crucero y os habéis marchado con el grupo de exploradores.
4. Ze hebben Amerika verkend en zijn erin geslaagd de discipline van de avonturiers te begrijpen.
Han explorado américa y han logrado entender la disciplina de los aventureros.
5. We verkenden samen en zagen koeien.
Explorábamos juntos y veíamos vacas.

Basis subjunctief oefeningen: B1

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

explorara/explorase, exploráramos/explorásemos, exploréis, exploren

1.
Si yo ... américa, me sentiría como un verdadero explorador.
(Als ik Amerika zou verkennen, zou ik me als een echte ontdekkingsreiziger voelen.)
2.
Si él ... europa, podría redactar un artículo sobre su viaje.
(Als hij Europa zou verkennen, zou hij een artikel over zijn reis kunnen schrijven.)
3.
Me gustaría que ... el safari durante vuestras vacaciones.
(Ik zou graag willen dat jullie het safari verkennen tijdens jullie vakantie.)
4.
Si nosotros ... oceanía, podríamos practicar la fotografía.
(Als wij Oceanië zouden verkennen, zouden we kunnen fotograferen.)
5.
Es posible que ellos ... una caravana por europa el próximo año.
(Het is mogelijk dat zij volgend jaar een caravan door Europa verkennen.)

Gevorderde oefeningen: C1/C2

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Zij hebben waarschijnlijk een deel van de safari verkend.
Es probable que ellos hayan explorado parte del safari.
2. Zij zouden de cruise voor de lol hebben verkend.
Ellos habrían explorado el crucero por diversión.
3. Als ik meer over Oceanië had verkend, zou ik meer relevante informatie hebben.
Si hubiera/hubiese explorado más sobre oceanía, tendría más información relevante.
4. Jullie hadden het thema van avontuur in de folders verkend voordat de documentaire in première ging.
Vosotros hubisteis explorado la temática de la aventura en los folletos antes de que se estrenara el documental.
5. Ik betwijfel of we elk hoekje van Europa hebben verkend.
Dudo que hayamos explorado cada rincón de europa.