Estar (zijn) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Estar (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Estar - Vervoeging van zijn in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Pretérito perfecto, indicativo).

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Estar (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Saludos y despedidas (Groeten en afscheid)

Conjugatie van zijn in Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he estado ik ben geweest
(tú) has estado jij bent geweest
(él/ella) ha estado hij/zij is geweest
(nosotros/nosotras) hemos estado wij zijn geweest
(vosotros/vosotras) habéis estado jullie zijn geweest
(ellos/ellas) han estado zij zijn geweest

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
He estado haciendo ejercicio en el gimnasio. Ik heb in de sportschool gesport.
Has estado jugando al fútbol esta semana. Je hebt deze week gevoetbald.
Ha estado nadando en la piscina hoy. Hij heeft vandaag in het zwembad gezwommen.
Hemos estado corriendo en el parque juntos. We hebben samen in het park gerend.
Habéis estado practicando baloncesto esta tarde. Jullie hebben vanmiddag basketbal geoefend.
Han estado entrenando karate para el torneo. Ze hebben karate getraind voor het toernooi.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

hemos estado, he estado, ha estado, has estado, habéis estado, han estado

1.
... haciendo ejercicio en el gimnasio.
(Ik heb in de sportschool gesport.)
2.
... jugando al fútbol esta semana.
(Je hebt deze week gevoetbald.)
3.
... practicando baloncesto esta tarde.
(Jullie hebben vanmiddag basketbal geoefend.)
4.
... corriendo en el parque juntos.
(We hebben samen in het park gerend.)
5.
... nadando en la piscina hoy.
(Hij heeft vandaag in het zwembad gezwommen.)
6.
... entrenando karate para el torneo.
(Ze hebben karate getraind voor het toernooi.)