Escuchar (luisteren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Escuchar (luisteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Escuchar - Vervoeging van luisteren in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Escuchar (luisteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Describir pasatiempos (Hobby's beschrijven)

Vervoeging van luisteren in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) escucho ik luister
(tú) escuchas jij luistert
(él/ella) escucha hij/zij luistert
(nosotros/nosotras) escuchamos wij luisteren
(vosotros/vosotras) escucháis jullie luisteren
(ellos/ellas) escuchan zij luisteren

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo escucho música en mi tiempo libre. Ik luister naar muziek in mijn vrije tijd.
Tú escuchas la radio por las tardes. jij luistert naar de radio 's middags
Él escucha un cuadro sobre arte. hij luistert naar een schilderij over kunst.
Nosotros escuchamos la canción del instrumento. Wij luisteren naar het liedje van het instrument.
Vosotros escucháis la película en la biblioteca. Jullie luisteren naar de film in de bibliotheek.
Ellos escuchan las fotos en la clase de dibujo. Zij luisteren naar de foto’s in de tekenles.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

escuchas, escucho, escucha, escuchamos, escuchan, escucháis

1.
Vosotros ... la película en la biblioteca.
(Jullie luisteren naar de film in de bibliotheek.)
2.
Ellos ... las fotos en la clase de dibujo.
(Zij luisteren naar de foto’s in de tekenles.)
3.
Él ... un cuadro sobre arte.
(Hij luistert naar een schilderij over kunst.)
4.
Nosotros ... la canción del instrumento.
(Wij luisteren naar het liedje van het instrument.)
5.
Tú ... la radio por las tardes.
(Jij luistert naar de radio 's middags)
6.
Yo ... música en mi tiempo libre.
(Ik luister naar muziek in mijn vrije tijd.)