Escuchar (luisteren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Escuchar (luisteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Escuchar - Vervoeging van luisteren in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Escuchar (luisteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Describir pasatiempos (Hobby's beschrijven)

Vervoeging van luisteren in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
yo escucho ik luister
tú escuchas jij luistert
él/ella escucha hij/zij luistert
nosotros/nosotras escuchamos wij luisteren
vosotros/vosotras escucháis jullie luisteren
ellos/ellas escuchan zij luisteren

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo escucho música en mi tiempo libre. Ik luister naar muziek in mijn vrije tijd.
Tú escuchas el sonido del mar. Jij hoort het geluid van de zee.
Él escucha el consejo del entrenador. Hij luistert naar het advies van de trainer.
Nosotros escuchamos la radio juntos. Wij luisteren samen naar de radio.
Vosotros escucháis cuentos en la biblioteca. Jullie luisteren naar verhalen in de bibliotheek.
Ellos escuchan música clásica para relajarse. Zij luisteren naar klassieke muziek om te ontspannen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

escuchas, escucho, escucha, escuchamos, escuchan, escucháis

1.
Vosotros ... cuentos en la biblioteca.
(Jullie luisteren naar verhalen in de bibliotheek.)
2.
Ellos ... música clásica para relajarse.
(Zij luisteren naar klassieke muziek om te ontspannen.)
3.
Él ... el consejo del entrenador.
(Hij luistert naar het advies van de trainer.)
4.
Nosotros ... la radio juntos.
(Wij luisteren samen naar de radio.)
5.
Tú ... el sonido del mar.
(Jij hoort het geluid van de zee.)
6.
Yo ... música en mi tiempo libre.
(Ik luister naar muziek in mijn vrije tijd.)