Descansar (uitrusten) - Futuro simple, indicativo (Toekomende tijd, aantonende wijs)

 Descansar (uitrusten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Descansar - Vervoeging van uitrusten in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de toekomende tijd, aantonende wijs (Futuro simple, indicativo).

Futuro simple, indicativo (Toekomende tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Descansar (uitrusten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - En el hotel (Op hotel)

Vervoeging van uitrusten in de toekomende tijd

Spaans Nederlands
(yo) descansaré ik zal uitrusten
(tú) descansarás jij zult uitrusten
(él/ella) descansará hij/zij zal uitrusten
(nosotros/nosotras) descansaremos wij zullen uitrusten
(vosotros/vosotras) descansaréis jullie zullen uitrusten
(ellos/ellas) descansarán zij zullen uitrusten

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Después de jubilarme, descansaré en el campo. Na mijn pensioen zal ik uitrusten op het platteland.
Tú descansarás más cuando tengas tiempo libre. Je zult meer uitrusten als je vrije tijd hebt.
Ella descansará cuidando el jardín los domingos. Zij zal op zondag uitrusten door de tuin te verzorgen.
Nosotros descansaremos y pasaremos tiempo con los nietos. Wij zullen uitrusten en tijd doorbrengen met de kleinkinderen.
Vosotros descansaréis sin preocupaciones en la pensión. Jullie zullen zonder zorgen uitrusten in het pension.
Ellos descansarán porque es probable que mudarse al campo. Zij zullen rusten omdat het waarschijnlijk is dat ze naar het platteland verhuizen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

descansaréis, descansarás, descansaremos, descansar�, descansaré, descansarán

1.
Nosotros ... y pasaremos tiempo con los nietos.
(Wij zullen uitrusten en tijd doorbrengen met de kleinkinderen.)
2.
Ellos ... porque es probable que mudarse al campo.
(Zij zullen rusten omdat het waarschijnlijk is dat ze naar het platteland verhuizen.)
3.
Después de jubilarme, ... en el campo.
(Na mijn pensioen zal ik uitrusten op het platteland.)
4.
Vosotros ... sin preocupaciones en la pensión.
(Jullie zullen zonder zorgen uitrusten in het pension.)
5.
Ella ...? cuidando el jardín los domingos.
(Zij zal op zondag uitrusten door de tuin te verzorgen.)
6.
Tú ... más cuando tengas tiempo libre.
(Je zult meer uitrusten als je vrije tijd hebt.)