Denunciar (aangifte doen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen Delen Gekopieerd!
Vervoeging van denunciar (aangifte doen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:
Niveau: A2
Module 1: Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)
Les 8: ¿Un desastre de vacaciones? (Vakantieramp?)
Basiswerkwoordsvormen
Infinitivo (Infinitief) | Gerundio (Deelwoord) | Participio (Deelwoord) |
---|---|---|
Denunciar (aangifte doen) | denunciando (aangifte doen) | denunciado (aangifte gedaan) |
Denunciar (aangifte doen): Werkwoordvervoegingstabellen
Indicativo (Aantonende wijs) | Subjuntivo (Aanvoegende wijs) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
PresenteDelen Gekopieerd!
|
Pretérito perfectoDelen Gekopieerd!
|
Subjuntivo presenteDelen Gekopieerd!
|
Subjuntivo pretérito perfectoDelen Gekopieerd!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pretérito imperfectoDelen Gekopieerd!
|
Pretérito pluscuamperfectoDelen Gekopieerd!
|
Subjuntivo pretérito imperfectoDelen Gekopieerd!
|
Subjuntivo pluscuamperfectoDelen Gekopieerd!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pretérito indefinidoDelen Gekopieerd!
|
Pretérito anteriorDelen Gekopieerd!
|
Subjuntivo futuro simpleDelen Gekopieerd!
|
Subjuntivo futuro perfectoDelen Gekopieerd!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Futuro simpleDelen Gekopieerd!
|
Futuro perfectoDelen Gekopieerd!
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Condicional simpleDelen Gekopieerd!
|
Condicional perfectoDelen Gekopieerd!
|
Tegenwoordige en toekomstige tijden: A1
Oefening: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.
1.
Jullie zullen aangifte doen van de diefstal nadat jullie de website hebben gecontroleerd.
Denunciaréis el robo tras comprobar la página web.
2.
Zij zullen aangifte doen van de diefstal om juridische hulp te zoeken.
Ellos denunciarán el robo para buscar ayuda legal.
3.
Ik zal aangifte doen van de diefstal bij het politiebureau.
Denunciaré el robo en la comisaría de policía.
4.
Jullie doen aangifte van het verlies bij de reisverzekering.
Vosotros denunciáis la pérdida en el seguro de viaje.
5.
Hij zal aangifte doen van het probleem met de reisverzekering.
Él denunciará el problema del seguro de viaje.
Basis verleden tijd (A2/B1)
Oefening: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.
1.
Ik deed altijd aangifte van de diefstal bij het politiebureau.
Siempre denunciaba el robo en la comisaría.
2.
Zij deden aangifte van diefstallen om snel juridische hulp te zoeken.
Denunciaban robos para buscar ayuda legal rápido.
3.
Jij deed aangifte van het probleem bij de ambassade gisteren.
Denunciaste el problema en la embajada ayer.
4.
Wij deden aangifte van het verlies van de reisverzekering.
Denunciamos la pérdida del seguro de viaje.
5.
Wij deden aangifte van de diefstallen in het historische centrum.
Denunciábamos los robos en el centro histórico.
Basis subjunctief oefeningen: B1
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.
denuncies, denunciéis, denuncien, denuncie, denunciara
1.
Es importante que tú ... el objeto perdido.
(Het is belangrijk dat jij aangifte doet van het verloren voorwerp)
2.
Espero que yo ... el robo a tiempo.
(Ik hoop dat ik de diefstal op tijd aangifte doe.)
3.
Prefiero que ellos ... el robo lo antes posible.
(Zij aangifte doen van de diefstal zo snel mogelijk)
4.
Si perdiera el pasaporte, ... el robo rápido.
(Als ik mijn paspoort zou verliezen, zou ik snel aangifte van diefstal doen.)
5.
Es útil que vosotros ... el robo en la embajada.
(Het is nuttig dat jullie aangifte doen van de diefstal bij de ambassade.)
Gevorderde oefeningen: C1/C2
Oefening: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.
1.
wij zouden aangifte doen van de diefstal bij de ambassade
Nosotros habríamos denunciado el robo en la embajada.
2.
Wij zouden de juiste adres hebben aangifte gedaan eerder.
Ojalá hayamos denunciado la dirección correcta antes.
3.
Jij had aangifte moeten doen van de diefstal bij het politiebureau.
Ojalá tú hubieras denunciado el robo en la comisaría.
4.
Hij zou aangifte van de diefstal hebben gedaan, hij zou juridische hulp vragen.
Si él hubiera denunciado el robo, pediría ayuda legal.
5.
Zij zouden aangifte van diefstal hebben gedaan om juridische hulp te vragen.
Ellos habrían denunciado el robo para pedir ayuda legal.