Dedicarse a (zich bezighouden met) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Dedicarse a - Vervoeging van Zich bezighouden met in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Dedicarse a (zich bezighouden met) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Profesiones y estudios (Beroepen en studies)
Vervoeging van zich bezighouden met in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) me dedico a | ik houd me bezig met |
(tú) te dedicas a | jij houdt je bezig met |
(él/ella) se dedica a | hij/zij houdt zich bezig met |
(nosotros/nosotras) nos dedicamos a | wij houden ons bezig met |
(vosotros/vosotras) os dedicáis a | jullie houden zich bezig met |
(ellos/ellas) se dedican a | zij houden zich bezig met |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Me dedico a estudiar para ser profesor. | Ik houd mij bezig met studeren om leraar te worden. |
¿Te dedicas a trabajar como médico? | Jij houdt je bezig met werken als arts |
Él se dedica a la ingeniería mecánica. | Hij houdt zich bezig met werktuigbouwkunde. |
Nos dedicamos a preparar el trabajo diario. | wij houden ons bezig met het voorbereiden van het dagelijkse werk |
Os dedicáis a practicar para ser camareros. | Jullie houden je bezig met oefenen om ober te worden. |
Ellos se dedican a ser empleados y gerentes. | Zij houden zich bezig met het zijn van werknemers en managers. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
nos dedicamos a, se dedica a, os dedicáis a, se dedican a, te dedicas a, me dedico a
1.
... practicar para ser camareros.
(Jullie houden je bezig met oefenen om ober te worden.)
2.
... preparar el trabajo diario.
(Wij houden ons bezig met het voorbereiden van het dagelijkse werk)
3.
Ellos ... ser empleados y gerentes.
(Zij houden zich bezig met het zijn van werknemers en managers.)
4.
¿... trabajar como médico?
(Werk je als arts?)
5.
... estudiar para ser profesor.
(Ik houd mij bezig met studeren om leraar te worden.)
6.
Él ... la ingeniería mecánica.
(Hij houdt zich bezig met werktuigbouwkunde.)