Dar (geven) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Dar (geven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Dar - Vervoeging van geven in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de eenvoudige verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito indefinido, indicativo).

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Dar (geven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Pedir y dar direcciones. (Routebeschrijving vragen en geven)

Vervoeging van dar in Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
yo di ik gaf
tú diste jij gaf
él/ella dio hij/zij gaf
nosotros/nosotras dimos wij gaven
vosotros/vosotras disteis jullie gaven
ellos/ellas dieron zij gaven

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Di la rosa en la floristería. Hij gaf de roos in de bloemenwinkel.
Diste el ramo de flores ayer. Je gaf het boeket bloemen gisteren.
Dio una margarita a su amiga. Hij gaf een margarita aan zijn vriendin.
Dimos una bonita tarta de chocolate. We gaven een mooie chocoladetaart.
Disteis encantadoras flores en la tienda. Jullie gaven prachtige bloemen in de winkel.
Dieron regalos en la papelería. Ze gaven cadeautjes in de winkel voor kantoorartikelen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

di, diste, dio, dimos, disteis, dieron

1.
... una margarita a su amiga.
(Hij gaf een margarita aan zijn vriendin.)
2.
... encantadoras flores en la tienda.
(Jullie gaven prachtige bloemen in de winkel.)
3.
... la rosa en la floristería.
(Hij gaf de roos in de bloemenwinkel.)
4.
... una bonita tarta de chocolate.
(We gaven een mooie chocoladetaart.)
5.
... el ramo de flores ayer.
(Je gaf het boeket bloemen gisteren.)
6.
... regalos en la papelería.
(Ze gaven cadeautjes in de winkel voor kantoorartikelen.)