Creer (geloven) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Creer (geloven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Creer - Vervoeging van geloven in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito imperfecto, indicativo).

Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Creer (geloven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Opiniones y negociaciones (Meningen en onderhandelingen)

Vervoeging van geloven in imperfectum

Spaans Nederlands
(yo) creía ik geloofde
(tú) creías jij geloofde
(él/ella) creía hij geloofde/zij geloofde
(nosotros/nosotras) creíamos wij geloofden
(vosotros/vosotras) creíais jullie geloofden
(ellos/ellas) creían zij geloofden

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Antes creía en la negociación. Ik geloofde vroeger in onderhandelingen.
Tú siempre creías que era falso. Jij geloofde altijd dat het vals was.
Él creía que la oferta era positiva. Hij geloofde dat het aanbod positief was.
Nosotros creíamos que era importante opinar. Wij geloofden dat het belangrijk was om een mening te hebben.
Vosotros creíais en un compromiso. jullie geloofden in een engagement
Ellos creían sin duda en la idea. Zij geloofden zonder twijfel in het idee.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

creíais, creíamos, creían, creías, creía

1.
Él ... que la oferta era positiva.
(Hij geloofde dat het aanbod positief was.)
2.
Vosotros ... en un compromiso.
(Jullie geloofden in een engagement)
3.
Antes ... en la negociación.
(Ik geloofde vroeger in onderhandelingen.)
4.
Nosotros ... que era importante opinar.
(Wij geloofden dat het belangrijk was om een mening te hebben.)
5.
Tú siempre ... que era falso.
(Jij geloofde altijd dat het vals was.)
6.
Ellos ... sin duda en la idea.
(Zij geloofden zonder twijfel in het idee.)