Comer (eten) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Comer (eten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Comer - Vervoeging van eten in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Pretérito perfecto, indicativo).

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Comer (eten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Alimentación diaria (Dagelijks eten)

Vervoeging van eten in Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
yo he comido ik heb gegeten
tú has comido jij hebt gegeten
él/ella ha comido hij/zij heeft gegeten
nosotros/nosotras hemos comido wij hebben gegeten
vosotros/vosotras habéis comido jullie hebben gegeten
ellos/ellas han comido zij hebben gegeten

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo he comido en la cafetería. Ik heb in de kantine gegeten.
Tú has comido una manzana. Jij hebt een appel gegeten.
Ella ha comido en la universidad. Zij heeft op de universiteit gegeten.
Nosotros hemos comido en el jardín. Wij hebben in de tuin gegeten.
Vosotros habéis comido pan en la panadería. Jullie hebben brood gegeten in de bakkerij.
Ellas han comido en la oficina. Zij hebben op kantoor gegeten.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

hemos comido, habéis comido, he comido, ha comido, han comido, has comido

1.
Ellas ... en la oficina.
(Zij hebben op kantoor gegeten.)
2.
Nosotros ... en el jardín.
(Wij hebben in de tuin gegeten.)
3.
Vosotros ... pan en la panadería.
(Jullie hebben brood gegeten in de bakkerij.)
4.
Tú ... una manzana.
(Jij hebt een appel gegeten.)
5.
Ella ... en la universidad.
(Zij heeft op de universiteit gegeten.)
6.
Yo ... en la cafetería.
(Ik heb in de kantine gegeten.)