Beber (drinken) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Beber (drinken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Beber - Vervoeging van drinken in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Pretérito perfecto, indicativo).

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Beber (drinken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Alimentación diaria (Dagelijks eten)

Vervoeging van drinken in de Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he bebido ik heb gedronken
(tú) has bebido jij hebt gedronken
(él/ella) ha bebido hij/zij heeft gedronken
(nosotros/nosotras) hemos bebido wij hebben gedronken
(vosotros/vosotras) habéis bebido jullie hebben gedronken
(ellos/ellas) han bebido zij hebben gedronken

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
He bebido la bebida del menú en el bar. Ik heb de drank van de menukaart in de bar gedronken.
¿Has bebido algo en la pizzería esta tarde? Heb jij iets gedronken in de pizzeria vanmiddag?
Ella ha bebido agua en el restaurante. Ze heeft water gedronken in het restaurant.
Hemos bebido vino mientras comíamos el plato. We hebben wijn gedronken terwijl we het gerecht aten.
¿Habéis bebido el postre y dejado propina? Hebben jullie het toetje gedronken en een fooi achtergelaten
Han bebido las bebidas que trajo el camarero. Ze hebben de drankjes gedronken die de ober had gebracht.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

habéis bebido, hemos bebido, he bebido, han bebido, ha bebido, has bebido

1.
... vino mientras comíamos el plato.
(We hebben wijn gedronken terwijl we het gerecht aten.)
2.
Ella ... agua en el restaurante.
(Ze heeft water gedronken in het restaurant.)
3.
¿... algo en la pizzería esta tarde?
(Heb je vanmiddag iets gedronken in de pizzeria?)
4.
... la bebida del menú en el bar.
(Ik heb de drank van de menukaart in de bar gedronken.)
5.
... las bebidas que trajo el camarero.
(Ze hebben de drankjes gedronken die de ober had gebracht.)
6.
¿... el postre y dejado propina?
(Hebben jullie het toetje opgedronken en een fooi achtergelaten?)