10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A2.37: Als ik groot ben... - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

más tarde, Pensarás, hará, adivinaremos, trabajarán

1. Nosotros no ... el secreto de Juan.

Nosotros no adivinaremos el secreto de Juan.
(Vertaling laden...)

2. Hacer (él/ella/usted): Mi hermana ... lo posible para realizar su deseo de formar una familia.

Mi hermana hará lo posible para realizar su deseo de formar una familia.
(Vertaling laden...)

3. Trabajar (ellos): La semana que viene mis compañeros ... en sus listas de cosas que hacer.

La semana que viene mis compañeros trabajarán en sus listas de cosas que hacer.
(Vertaling laden...)

4. Luis me dijo que ..., en algún momento, suspenderán el curso. El profesor le avisó antes.

Luis me dijo que más tarde, en algún momento, suspenderán el curso. El profesor le avisó antes.
(Luis vertelde me dat ze later, op een gegeven moment, de cursus zullen opschorten. De leraar had het hem van tevoren gezegd.)

5. Pensar (tú): ... en todas las oportunidades antes de dar el paso final.

Pensarás en todas las oportunidades antes de dar el paso final.
(Vertaling laden...)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. En mi lista de deseos para el futuro, hay alguno que espero realmente cumplir, como viajar al espacio.
Op mijn wensenlijst voor de toekomst staat er een waarvan ik hoop dat ik die echt kan vervullen, zoals een ruimtereis maken.
2. Tú te graduarás si apruebas todas las materias.
Je zult afstuderen als je alle vakken haalt.
3. Probablemente formaremos una familia grande con muchas mascotas en el futuro.
Waarschijnlijk zullen we in de toekomst een groot gezin vormen met veel huisdieren.
4. Tal vez, algún día, podremos cumplir deseos y formar una familia ideal.
Misschien kunnen we op een dag wensen vervullen en een ideaal gezin vormen.
5. Desearemos aprender sobre la naturaleza.
We zullen willen leren over de natuur.

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Jullie zullen aannemen dat de koe op de heuvel is.
Vosotros supondréis que la vaca está en la colina.
2. Over een uur zal ik het studiejaar hebben afgerond en ervaring opdoen tijdens mijn stage.
En una hora, habré aprobado el curso académico y ganaré experiencia en mis prácticas.
3. Morgen zal ik nadenken over de ongelooflijke ervaring die ik ga beleven.
Mañana yo pensaré en la experiencia increíble que voy a vivir.
4. Misschien zal ik in het volgende academische jaar ervaring opdoen in stages en academische vaardigheden.
Quizás en el próximo curso académico ganaré experiencia en prácticas y habilidades académicas.
5. We zullen willen leren over de natuur.
Desearemos aprender sobre la naturaleza.