A2.37: Op zoek naar een baan - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Ni, Se viene, llevo corriendo, lleva, ni, aprendiendo, Estábamos esperando

1. Llevar + corriendo:
Yo ... 5 kilómetros todos los días.
(Ik loop elke dag 5 kilometer.)
2. Llegar con fuerza o decisión:
: ¡... la idea!
(Het idee komt eraan!)
3.
... ella ... yo fuimos al estanco.
(Noch zij noch ik gingen naar het tabakswinkeltje.)
4. Esperar:
... al bebé en la sala.
(We waren de baby aan het verwachten in de kamer.)
5. Llevar + aprender:
Él ... años ... español.
(Hij leert al jaren Spaans.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Adjuntar un archivo


Een bestand toevoegen

2

Tener un negocio


Een bedrijf hebben

3

La carnicería


De slagerij

4

La despedida


Het afscheid

5

Decidir


Beslissen

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

envíen, comprasteis, devolvimos, soñarían, devolví

1.
Deseamos que ellos ... los sellos correctos.
(We hopen dat zij de juiste postzegels opsturen.)
2.
... papelería para la oficina ayer.
(Jullie kochten gisteren kantoorbenodigdheden voor het kantoor.)
3.
... las flores a la floristería esta mañana.
(We hebben de bloemen vanmorgen teruggebracht naar de bloemist.)
4.
... el libro a la papelería ayer.
(Ik heb het boek gisteren teruggebracht naar de papierwinkel.)
5.
Ellos ... con la esperanza de un buen final.
(Zij zouden dromen met de hoop op een goed einde.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Mañana voy a la gestoría para organizar los papeles nuevos.
Morgen ga ik naar het administratiekantoor om de nieuwe papieren te regelen.
2. Estábamos esperando al bebé con mucha ilusión para el próximo año.
We keken met veel verlangen uit naar de baby voor het komende jaar.
3. Es probable que siga disfrutando de mi tiempo libre tras jubilarme.
Het is waarschijnlijk dat ik blijf genieten van mijn vrije tijd na mijn pensioen.
4. La esperanza viene con cada nuevo proyecto que emprendo.
Hoop komt met elk nieuw project dat ik begin.
5. Nosotros crearíamos un plan para completar el proyecto a tiempo.
Wij zouden een plan maken om het project op tijd af te ronden.