A2.3: Boek uw accommodatie - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

llevar, odian, por, ir, amáis

1.
Ana y Jaime ... ir a los conciertos.
(Ana en Jaime haten naar concerten gaan.)
2.
Han cancelado la excursión ... la lluvia.
(Ze hebben de excursie vanwege de regen geannuleerd.)
3.
He llenado la mochila para ... la toalla.
(Ik heb de rugzak gevuld om de handdoek mee te nemen.)
4.
He empacado la maleta para ... de viaje.
(Ik heb de koffer ingepakt om op reis te gaan.)
5.
Vosotros ... ver las exposiciones, ¿no?
(Jullie houden ervan tentoonstellingen te bekijken, nietwaar?)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Deshacer


Uitpakken

2

La ropa interior


Ondergoed

3

Tener planes


Plannen hebben

4

El destino


De bestemming

5

El biquini


De bikini

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

he planeado, has hecho, ha preparado, has traído, ha planeado

1.
... visitar la playa y el mar mañana.
(Hij heeft gepland morgen het strand en de zee te bezoeken.)
2.
... un plan para irse de vacaciones.
(Hij heeft een plan gemaakt om op vakantie te gaan.)
3.
... la mochila con la ropa interior.
(Je hebt de rugzak gepakt met het ondergoed.)
4.
... un viaje a la isla para descansar.
(Ik heb een reis naar het eiland gepland om te ontspannen.)
5.
... la toalla para la excursión a la playa.
(Je hebt de handdoek voor de excursie naar het strand meegenomen.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. He metido el pijama para poder dormir cómodo en el hotel.
Ik heb mijn pyjama meegenomen om comfortabel te kunnen slapen in het hotel.
2. Han visitado muchos lugares turísticos en la ciudad.
Ze hebben veel toeristische plekken in de stad bezocht.
3. Vamos para la isla el próximo verano en ferry.
We gaan volgende zomer met de veerboot naar het eiland.
4. He puesto la crema solar para protegerme del sol en la playa.
Ik heb zonnebrandcrème opgedaan om mezelf te beschermen tegen de zon op het strand.
5. Prefiero unas vacaciones relajaditas para desconectar del trabajo.
Ik geef de voorkeur aan een ontspannen vakantie om even los te komen van het werk.