10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A2.2: Je bagage pakken - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

desde, Prefiero, Todavía, hasta

1. ... ir al concierto que escuchar música en casa.

Prefiero ir al concierto que escuchar música en casa.
( y "hasta" used during language lessons for Spanish on A2 level. Use the vocabulary as used in The Netherlands">Vertaling laden...)

2. Punto de inicio: He quedado con Laura ... las ocho de la mañana.

He quedado con Laura desde las ocho de la mañana.
(Ik heb vanaf acht uur 's ochtends met Laura afgesproken.)

3. Punto de inicio: Me siento relajado ... que llegamos al hotel.

Me siento relajado desde que llegamos al hotel.
(Ik voel me ontspannen sinds we in het hotel zijn aangekomen.)

4. Punto final: La oficina de turismo ofrece información ... las seis de la tarde.

La oficina de turismo ofrece información hasta las seis de la tarde.
(Het VVV-kantoor geeft informatie tot zes uur 's avonds.)

5. ... no he pintado nada hoy.

Todavía no he pintado nada hoy.
( y "hasta" used during language lessons for Spanish on A2 level. Use the vocabulary as used in The Netherlands">Vertaling laden...)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Voy a la oficina de turismo para comprar un billete desde Madrid hasta Barcelona.
Ik ga naar het toeristenkantoor om een kaartje te kopen van Madrid naar Barcelona.
2. Tú has viajado a muchos países.
Jij hebt naar veel landen gereisd.
3. Tengo planes de viajar desde Madrid hasta Barcelona.
Ik heb plannen om van Madrid naar Barcelona te reizen.
4. Ellos han visitado la ciudad
Zij hebben de stad bezocht

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Zij hebben de stad bezocht
Ellos han visitado la ciudad
2. Jij hebt naar veel landen gereisd.
Tú has viajado a muchos países.
3. Ik ga naar het toeristenkantoor om een kaartje te kopen van Madrid naar Barcelona.
Voy a la oficina de turismo para comprar un billete desde Madrid hasta Barcelona.
4. Ik heb plannen om van Madrid naar Barcelona te reizen.
Tengo planes de viajar desde Madrid hasta Barcelona.