A2.13: Bij de bank - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

venía, reaccionamos, dio, encontré, veía, ayudaban

1. Ver:
Yo ... ambulancias pasar todo el día.
(Ik zag de hele dag ambulances voorbijrijden.)
2.
Después del reportaje, nosotros ... con sorpresa.
(Na de reportage reageerden wij verrast.)
3. Venir, Encontrar:
Mientras ... del instituto, me ... con Ana.
(Terwijl ik van school kwam, ontmoette ik Ana.)
4.
El reportero ... muchos detalles en el reportaje.
(De verslaggever gaf veel details in het verslag.)
5. Ayudar:
Ellos ... en las campañas de protección civil.
(Zij hielpen bij de civiele beschermingscampagnes.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Ver un programa de televisión


Een televisieprogramma kijken

2

El reportero


De verslaggever

3

Entregar


Inleveren

4

El bachillerato


De middelbare school

5

Perderse


Zich verliezen

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

oí, suspendieron, hemos puesto, han puesto, oíste

1.
Ellos ... el examen y recordaron la experiencia con nostalgia.
(Ze zijn gezakt voor het examen en herinnerden zich de ervaring met nostalgie.)
2.
¿Tú ... el reportaje del presentador ayer?
(Heb jij het verslag van de presentator gisteren gehoord?)
3.
Yo ... las noticias actuales en la televisión.
(Ik heb het actuele nieuws op televisie gehoord.)
4.
... el empadronamiento en la oficina del funcionario.
(Ze hebben de inschrijving bij het ambtenarenkantoor neergelegd.)
5.
... la visa de trabajo en la mesa.
(We hebben het werkvisum op de tafel gelegd.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Anoche vi un programa interesante en la televisión nacional.
Gisteravond zag ik een interessant programma op de nationale televisie.
2. El reportaje que vimos ayer en la televisión fue muy interesante.
De reportage die we gisteren op televisie zagen, was erg interessant.
3. ¿Podrías darme la dirección de la comisaría más cercana?
Kunt u mij het adres van het dichtstbijzijnde politiebureau geven?
4. Nos hemos perdido intentando coger un taxi.
We zijn verdwaald terwijl we probeerden een taxi te nemen.
5. Cuando estudiaba, la memoria me ayudaba mucho en los exámenes.
Toen ik studeerde, hielp mijn geheugen me veel tijdens de examens.