A1.37: Jouw huisdieren - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

pongo, Hay unas, sobre, está cultivando, estoy cultivando

1. Encima pero tocando:
: El plato está ... el mantel.
(Het bord ligt op het tafelkleed.)
2. Cultivar:
Mi abuela ... plantas en el jardín.
(Mijn oma is planten aan het kweken in de tuin.)
3.
... lámparas en el pasillo.
(Er zijn lampen in de gang.)
4. Cultivar:
Yo ... un cactus en mi terraza.
(Ik ben een cactus aan het kweken op mijn terras.)
5.
Poner: Yo ... el radiador en la habitación para calentarla.
(Ik zet de radiator in de kamer om die te verwarmen.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

La hipoteca


De hypotheek

2

Secar


Drogen

3

Poner


Zetten

4

El cuchillo


Het mes

5

El armario


De kast

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

abre, traigo, firmáis, corta, alquilamos

1.
Yo ... el pan para la mesa.
(Ik breng het brood naar de tafel.)
2.
Él ... el armario limpio ahora.
(Hij sluit nu de schone kast.)
3.
Él ... el pan con el cuchillo.
(Hij snijdt het brood met het mes.)
4.
Vosotros ... los papeles de la urbanización.
(Jullie ondertekenen de papieren van de woonwijk.)
5.
Nosotros ... un dúplex para compartir gastos.
(Wij huren een duplex om de kosten te delen.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Pon el vaso al lado del plato para los invitados.
Zet het glas naast het bord voor de gasten.
2. Nosotros plantamos flores en el césped.
Wij planten bloemen in het gras.
3. Ellos cierran el lavabo después de usarlo.
Ze sluiten de wastafel af nadat ze die gebruikt hebben.
4. El escritorio está junto a la ventana del salón.
Het bureau staat naast het raam van de woonkamer.
5. La servilleta está al lado del plato y el vaso.
De servet ligt naast het bord en het glas.