10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.3: Waar kom je vandaan? - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica herhalingsoefening (laatste 3 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Ellos, Nosotros, Yo, Vosotros, Ellas

1.
... hablamos español.
(Wij spreken Spaans.)
2.
... son amables.
(Zij zijn vriendelijk.)
3.
... sois estudiantes.
(Jullie zijn studenten.)
4.
... son hermanos.
(Zij zijn broers.)
5.
... hablo español.
(Ik spreek Spaans.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Buenos días

Goedemorgen

2

Despedirse

Zich afscheid nemen

3

Hasta luego

Tot ziens

4

El apodo

De bijnaam

5

Buenas tardes

Goedemiddag

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

hablamos, estamos, nos presentamos, soy, están

1.
Ellos ... esperando para despedirse.
(Zij wachten om afscheid te nemen.)
2.
Nosotros ... antes de despedirnos.
(Wij spreken elkaar voordat we afscheid nemen.)
3.
Nosotros ... contentos hoy.
(Wij zijn vandaag blij.)
4.
Yo ... encantado de saludar.
(Ik ben verheugd u te begroeten.)
5.
... en la reunión.
(Wij stellen ons voor tijdens de vergadering.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. ¿Qué tal, tú? Espero que estés bien hoy en clase.
Hoe gaat het met je? Ik hoop dat je het vandaag goed hebt in de klas.
2. Nosotros decimos adiós cuando termina la clase, hasta mañana.
Wij zeggen gedag als de les voorbij is, tot morgen.
3. Ha sido un placer conocerte, señor Pérez.
Het was een genoegen u te ontmoeten, meneer Pérez.
4. Hola, me llamo pedro, un placer conocerte.
Hallo, ik heet Pedro, aangenaam kennis te maken.
5. Buenos días, señor García, ¿cómo se llama usted?
Goedemorgen, meneer García, hoe heet u?