Spaans A1.3: Waar kom je vandaan? - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica herhalingsoefening (laatste 3 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Ellos, Nosotros, Yo, Vosotros, Ellas

1. ... hablamos español.

Nosotros hablamos español.

(Wij spreken Spaans.)

2. ... son amables.

Ellas son amables.

(Zij zijn vriendelijk.)

3. ... sois estudiantes.

Vosotros sois estudiantes.

(Jullie zijn studenten.)

4. ... son hermanos.

Ellos son hermanos.

(Zij zijn broers.)

5. ... hablo español.

Yo hablo español.

(Ik spreek Spaans.)

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Adiós, nos vemos mañana.

Dag, we zien elkaar morgen.

2. Él escribe un libro sobre historia.

Hij schrijft een boek over geschiedenis.

3. Buenas noches, ¿cómo estás?

Goedenavond, hoe gaat het?

4. Yo soy el señor Martínez, mucho gusto.

Ik ben meneer Martínez, aangenaam.

5. Yo me llamo ana.

Ik heet Ana.

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Ik ben meneer Martínez, aangenaam.

Yo soy el señor Martínez, mucho gusto.

2. Hij schrijft een boek over geschiedenis.

Él escribe un libro sobre historia.

3. Jullie stellen jezelf voor op het feest.

Vosotros os presentáis en la fiesta.

4. Hij is mijn vriend.

Él es mi amigo.

5. Ik heet Ana.

Yo me llamo ana.