10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.38.2 Het gebruik van het werkwoord "estar"+ gerundio om over de toekomst te spreken

Uitleg over het gebruik van het werkwoord "estar" + gerundio om over de toekomst te praten

Gramática: El verbo "estar"+ gerundio para hablar del futuro

A2 Spaans "Estar" + gerund (future)

Niveau: A2

Module 5: Planes para el futuro (Toekomstplannen)

Les 38: ¿Cómo se ve tu futuro? (Hoe ziet jouw toekomst eruit?)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio with translations
Audio with translations

  1. De structuur is "estar" in het futuro simple + het gerundium.
  2. We gebruiken het om te praten over handelingen die in de toekomst gedurende een bepaalde tijd aan de gang zullen zijn.
  3. Vaak wordt de uitdrukking "mientras tanto" gebruikt om aan te geven dat het om een proces gaat.
Estar en futuro simpleGerundioEjemplo
Estaréviajando        Estaré viajando por todo el mundo por dos años. (Ik zal aan het reizen zijn over de hele wereld voor twee jaar.)
EstaremosorganizandoEstaremos organizando estas clases en el futuro porque dan muchas oportunidades. (We zullen organiseren deze lessen in de toekomst omdat ze veel kansen bieden.)
EstaréisasistiendoMietras tanto, estaréis asistiendo a las clases de español. (Ondertussen, zullen jullie bijwonen aan de Spaanse lessen.)

 

Oefening 1: Het gebruik van het werkwoord "estar"+ gerundio om over de toekomst te spreken

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Estaré decidiendo, Nos estaremos arriesgando, Estaré mirando, Te estarás arriesgando, me estaré preparando, Estaremos organizando, Estaréis comprobando, Estarán pensando, Estaremos planificando, estará pensando

1. Planificar (nosotros/-as): ... esta reunión en el futuro próximo.

Estaremos planificando esta reunión en el futuro próximo.
(We zullen deze vergadering in de nabije toekomst plannen.)

2. Prepararse (yo): Mientras tanto ... para la negociación porque es probable que será importante para nuestra empresa.

Mientras tanto me estaré preparando para la negociación porque es probable que será importante para nuestra empresa.
(Intussen zal ik me voorbereiden op de onderhandeling omdat het waarschijnlijk belangrijk zal zijn voor ons bedrijf.)

3. Mirar (yo): ... la posibilidad de viajar por todo el mundo el próximo año.

Estaré mirando la posibilidad de viajar por todo el mundo el próximo año.
(Ik zal kijken naar de mogelijkheid om volgend jaar de hele wereld rond te reizen.)

4. Pensar (ellos/-as/Ustedes): ... en asistir a la película en el cine la próxima semana.

Estarán pensando en asistir a la película en el cine la próxima semana.
(Ze zullen eraan denken om volgende week naar de film in de bioscoop te gaan.)

5. Arriesgarse (nosotros/-as): ... mucho al tomar decisiones así.

Nos estaremos arriesgando mucho al tomar decisiones así.
(We zullen veel risico nemen door zulke beslissingen te nemen.)

6. Arriesgarse (tú): ... bastante viajando solo por todo el mundo.

Te estarás arriesgando bastante viajando solo por todo el mundo.
(Je zult behoorlijk wat risico nemen door alleen de wereld rond te reizen.)

7. Pensar (él/ella/usted): Mientras tanto ... qué camino es el mejor para él.

Mientras tanto estará pensando qué camino es el mejor para él.
(Intussen zal hij nadenken welke weg het beste voor hem is.)

8. Organizar (nosotros/-as): ... este evento para conocer a más personas interesantes.

Estaremos organizando este evento para conocer a más personas interesantes.
(We zullen dit evenement organiseren om meer interessante mensen te ontmoeten.)

9. Decidir (yo): ... lo que pienso en las próximas reuniones.

Estaré decidiendo lo que pienso en las próximas reuniones.
(Ik zal aan het beslissen zijn wat ik denk tijdens de komende vergaderingen.)

10. Comprobar (vosotros/-as): ... los riesgos antes de comprar una nueva casa.

Estaréis comprobando los riesgos antes de comprar una nueva casa.
(Jullie zullen de risico's controleren voordat jullie een nieuw huis kopen.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Te estarás arriesgando
(Je zult risico nemen)
2. Estará pensando
(Zal hij nadenken)
3. Estaré decidiendo
(Ik zal beslissen)
4. Estaremos planificando
(We zullen plannen)
5. Estaréis comprobando
(Jullie zullen controleren)
6. Estaré mirando
(Ik zal kijken naar)
7. Me estaré preparando
(Ik zal me voorbereiden)
8. Estaremos organizando
(Wij zullen organiseren)