10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Vooropplaatsing en apocope

In het Spaans kan het bijvoeglijk naamwoord voorafgaan of afgekort worden.

Gramática: Anteposición y apócope

B1 Spaans Antetisering en apocope

Niveau: B1

Module 6: Vivir en el extranjero (In het buitenland wonen)

Les 41: Choque cultural (Cultuurschok)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

  1. "Buen", "mal" en "gran" worden voor een zelfstandig naamwoord gebruikt.
  2. "Mejor", "peor", "mayor" en "menor" kunnen voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
ApócopeEjemplo
BuenBuen cambio, buen comparar. (Goed veranderen, goed vergelijken.)
MalMal cambio, mal comparar. (Slecht veranderen, slecht vergelijken.)
GranGran cambio, gran adaptación, gran comparar. (Grote verandering, grote aanpassing, grote vergelijking.)
  
Anteposición
Ejemplo
Mejor, peor, mayor y menor

Su peor cambio ha sido adaptarse. (Zijn ergste verandering was aanpassen.)

Rusia es el país con la mayor extensión de territorio del mundo. (Rusland is het land met de grootste oppervlakte ter wereld.)

Oefening 1: Vooropplaatsing en apocope

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

menor, mejor, gran, mal, mayor

1.
La ... manera de aprender es cometiendo errores.
(De beste manier om te leren is door fouten te maken.)
2.
El cambio climático es un ... problema mundial.
(Klimaatverandering is een groot mondiaal probleem.)
3.
La ... diversidad cultural enriquece nuestro mundo.
(De grote culturele diversiteit verrijkt onze wereld.)
4.
La ... parte de los valores se encuentran en las tradiciones.
(Het merendeel van de waarden ligt in de tradities.)
5.
La adaptación a los cambios es un ... valor.
(Aanpassing aan veranderingen is een grote waarde.)
6.
La ... parte de las personas quiere una vida feliz.
(De meeste mensen willen een gelukkig leven.)
7.
El ... uso de la tecnología puede tener consecuencias negativas.
(Misbruik van technologie kan negatieve gevolgen hebben.)
8.
La ... edad para votar es un tema de debate.
(De minimumleeftijd om te stemmen is een onderwerp van debat.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

buen


goed

2

menor


minimum

3

mal


slechte

4

mejor


beste