Vooropplaatsing en apocope Delen Gekopieerd!
In het Spaans kan het bijvoeglijk naamwoord voorafgaan of afgekort worden.
Gramática: Anteposición y apócope
B1 Spaans Antetisering en apocope
Niveau: B1
Module 6: Vivir en el extranjero (In het buitenland wonen)
Les 41: Choque cultural (Cultuurschok)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- "Buen", "mal" en "gran" worden voor een zelfstandig naamwoord gebruikt.
- "Mejor", "peor", "mayor" en "menor" kunnen voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
Apócope | Ejemplo |
Buen | Buen cambio, buen comparar. (Goed veranderen, goed vergelijken.) |
Mal | Mal cambio, mal comparar. (Slecht veranderen, slecht vergelijken.) |
Gran | Gran cambio, gran adaptación, gran comparar. (Grote verandering, grote aanpassing, grote vergelijking.) |
Anteposición | |
Ejemplo | |
Mejor, peor, mayor y menor | Su peor cambio ha sido adaptarse. (Zijn ergste verandering was aanpassen.) Rusia es el país con la mayor extensión de territorio del mundo. (Rusland is het land met de grootste oppervlakte ter wereld.) |
Oefening 1: Vooropplaatsing en apocope
Instructie: Vul het juiste woord in.
menor, mejor, gran, mal, mayor
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
buen
goed
2
menor
minimum
3
mal
slechte
4
mejor
beste