Bijvoeglijke naamwoorden: Bonito, Feo, Bueno, Malo, etc ...

Bijvoeglijke naamwoorden zoals mooi, lelijk, goed, slecht, sterk, zwak drukken extreme graden van een kwaliteit uit.

Gramática: Adjectives: Bonito, Feo, Bueno, Malo, etc ...

A2 Spaans Bijvoeglijke naamwoorden: "mooi, lelijk, goed, slecht,..."

Niveau: A2

Module 1: Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)

Les 4: En el aeropuerto y en el avión. (Op het vliegveld en in het vliegtuig.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

  1. Gebruik bonito, feo om het uiterlijk te beschrijven.
  2. Gebruik bueno, malo om iets in algemene termen te kwalificeren.
  3. Gebruik fuerte, débil voor graden van intensiteit.
Adjetivo (Bijvoeglijk naamwoord)Ejemplo (Voorbeeld)
BonitoEl color del pasaporte es muy bonito. (De kleur van het paspoort is erg mooi.)
FeoEl piloto es feo. (De piloot is lelijk.)
BuenoEl vuelo ha sido bueno. (De vlucht was goed.)
MaloEl mostrador tiene un servicio malo. (De balie heeft een slechte service.)
FuerteEl cinturón de seguridad está fuerte. (De veiligheidsgordel is sterk.)
DébilEl audio es débil. (Het geluid is zwak.)
FuerteLa azafata tiene una voz fuerte. (De stewardess heeft een sterke stem.)
MaloLa instrucción ha sido mala. (De instructie was slecht.)

Oefening 1: Adjectives: Bonito, Feo, Bueno, Malo, etc ...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

malo, bonito, bueno, débil, fuerte

1.
El control de seguridad es ....
(De veiligheidscontrole is goed.)
2.
El cinturón de seguridad está ..., asegúrate de ponértelo bien.
(De veiligheidsgordel zit strak, zorg ervoor dat je hem goed omdoet.)
3.
La instrucción para el embarque ha sido ..., no ha estado muy clara.
(De instructie voor het inschepen was zwak, het was niet erg duidelijk.)
4.
La señal de seguridad en el aeropuerto es ....
(Het veiligheidssignaal op de luchthaven is sterk.)
5.
El servicio en el mostrador ha sido ..., hemos tenido que esperar mucho tiempo.
(De service aan de balie was slecht, we hebben lang moeten wachten.)
6.
El vuelo ha sido ..., sin retrasos y problemas.
(De vlucht was goed, zonder vertragingen en problemen.)
7.
El vuelo de esta mañana ha estado ..., el piloto ha parecido cansado.
(De vlucht van vanmorgen was slecht, de piloot leek moe.)
8.
El pasaporte que llevas es ..., con un diseño elegante.
(Het paspoort dat je hebt is mooi, met een elegant ontwerp.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

bonito


mooi

2

malo


slecht

3

fuerte


strak

4

débil


onrustig