Tener (hebben) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Tener (hebben) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Tener - Vervoeging van hebben in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige, indicatief tijd (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Tener (hebben) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Decir tu edad (Je leeftijd zeggen)

Vervoeging van tener in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
yo tengo ik heb
tú tienes jij hebt
él/ella tiene hij heeft
nosotros/nosotras tenemos wij hebben
vosotros/vosotras tenéis jullie hebben
ellos/ellas tienen zij hebben

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo tengo una pregunta. Ik heb een vraag.
Tú tienes un coche nuevo. Je hebt een nieuwe auto.
Él tiene dos hermanos. Hij heeft twee broers.
Nosotros tenemos una casa grande. Wij hebben een groot huis.
Vosotros tenéis un perro. Jullie hebben een hond.
Ellos tienen muchas ideas. Zij hebben veel ideeën.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

tenéis, tengo, tienen, tiene, tienes, tenemos

1.
Ellos ... muchas ideas.
(Zij hebben veel ideeën.)
2.
Él ... dos hermanos.
(Hij heeft twee broers.)
3.
Tú ... un coche nuevo.
(Je hebt een nieuwe auto.)
4.
Vosotros ... un perro.
(Jullie hebben een hond.)
5.
Nosotros ... una casa grande.
(Wij hebben een groot huis.)
6.
Yo ... una pregunta.
(Ik heb een vraag.)