Subir (omhooggaan) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Subir (omhooggaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Subir - Vervoeging van omhooggaan in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, indicatieve wijs (Pretérito indefinido, indicativo).

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Subir (omhooggaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Caminar el domingo. (Op zondag een wandeling maken.)

Vervoeging van omhooggaan in de Pretérito Indefinido

Spaans Nederlands
yo subí ik ging omhoog
tú subiste jij ging omhoog
él/ella subió hij ging omhoog
nosotros/nosotras subimos wij gingen omhoog
vosotros/vosotras subisteis jullie gingen omhoog
ellos/ellas subieron zij gingen omhoog

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Subí el carril bici esta mañana. Ik fietste vanmorgen het fietspad op.
Subiste al tren para elegir un transporte sostenible. Je stapte op de trein om een duurzaam transport te kiezen.
Subió una colina mientras observaba la carretera. Hij ging een heuvel op terwijl hij de weg bekeek.
Subimos al coche eléctrico para viajar por la ciudad. We stapten in de elektrische auto om door de stad te reizen.
Subisteis en el transporte público hacia la zona verde. Jullie stapten in het openbaar vervoer naar de groene zone.
Subieron juntos las bicicletas, como ciclistas profesionales. Ze fietsten samen omhoog, als professionele wielrenners.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

subimos, subió, subisteis, subieron, subiste, subí

1.
... al tren para elegir un transporte sostenible.
(Je stapte op de trein om een duurzaam transport te kiezen.)
2.
... el carril bici esta mañana.
(Ik fietste vanmorgen het fietspad op.)
3.
... al coche eléctrico para viajar por la ciudad.
(We stapten in de elektrische auto om door de stad te reizen.)
4.
... una colina mientras observaba la carretera.
(Hij ging een heuvel op terwijl hij de weg bekeek.)
5.
... juntos las bicicletas, como ciclistas profesionales.
(Ze fietsten samen omhoog, als professionele wielrenners.)
6.
... en el transporte público hacia la zona verde.
(Jullie stapten in het openbaar vervoer naar de groene zone.)