Solicitar (aanvragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van solicitar (aanvragen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Solicitar (aanvragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: B1

Module 6: Vivir en el extranjero (In het buitenland wonen)

Les 45: Gestión de la burocracia (Omgaan met bureaucratie)

Basiswerkwoordsvormen

Infinitivo (Infinitief) Gerundio (Deelwoord) Participio (Deelwoord)
Solicitar (aanvragen) Solicitando (aan het aanvragen) Solicitado (Aangevraagd)

Solicitar (aanvragen): Werkwoordvervoegingstabellen

Indicativo (Aantonende wijs) Subjuntivo (Aanvoegende wijs)

Presente 

Spaans Nederlands
(yo) solicito ik vraag aan
(tú) solicitas jij vraagt aan
(él/ella) solicita hij/zij vraagt aan
(nosotros/nosotras) solicitamos wij vragen aan
(vosotros/vosotras) solicitáis jullie vragen aan
(ellos/ellas) solicitan zij aanvragen

Pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) he solicitado ik heb aangevraagd
(tú) has solicitado jij hebt aangevraagd
(él/ella) ha solicitado hij/zij heeft aangevraagd
(nosotros/nosotras) hemos solicitado wij hebben aangevraagd
(vosotros/vosotras) habéis solicitado jullie hebben aangevraagd
(ellos/ellas) han solicitado zij hebben aangevraagd

Subjuntivo presente 

Spaans Nederlands
(yo) solicite ik zou aanvragen
(tú) solicites jij/u zou aanvragen
(él/ella) solicite hij/zij aanvraagt
(nosotros/nosotras) solicitemos wij aanvragen
(vosotros/vosotras) solicitéis jullie aanvragen
(ellos/ellas) soliciten zij aanvragen

Subjuntivo pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) haya solicitado ik heb aangevraagd
(tú) hayas solicitado jij hebt aangevraagd
(él/ella) haya solicitado hij/zij heeft aangevraagd
(nosotros/nosotras) hayamos solicitado wij hebben aangevraagd
(vosotros/vosotras) hayáis solicitado jullie hebben aangevraagd
(ellos/ellas) hayan solicitado zij hebben aangevraagd

Pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) solicitaba ik vroeg aan
(tú) solicitabas jij vroeg aan
(él/ella) solicitaba hij/zij vroeg aan
(nosotros/nosotras) solicitábamos wij vroegen aan
(vosotros/vosotras) solicitabais jullie vroegen aan
(ellos/ellas) solicitaban zij/zij vroegen aan

Pretérito pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) había solicitado ik had aangevraagd
(tú) habías solicitado jij had aangevraagd
(él/ella) había solicitado hij/zij had aangevraagd
(nosotros/nosotras) habíamos solicitado wij hadden aangevraagd
(vosotros/vosotras) habíais solicitado jullie hadden aangevraagd
(ellos/ellas) habían solicitado zij hadden aangevraagd

Subjuntivo pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) solicitara/solicitase ik zou aanvragen
(tú) solicitaras/solicitases jij zou aanvragen
(él/ella) solicitara/solicitase hij/zij zou aanvragen
(nosotros/nosotras) solicitáramos/solicitásemos wij zouden aanvragen
(vosotros/vosotras) solicitarais/solicitaseis jullie zouden aanvragen
(ellos/ellas) solicitaran/solicitasen zij zouden aanvragen/zij zouden aanvragen

Subjuntivo pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) hubiera/hubiese solicitado ik zou hebben aangevraagd
(tú) hubieras/hubieses solicitado jij zou hebben aangevraagd
(él/ella) hubiera/hubiese solicitado hij/zij had aangevraagd
(nosotros/nosotras) hubiéramos/hubiésemos solicitado wij zouden hebben aangevraagd
(vosotros/vosotras) hubierais/hubieseis solicitado jullie hadden aangevraagd
(ellos/ellas) hubieran/hubiesen solicitado zij hadden aangevraagd

Pretérito indefinido 

Spaans Nederlands
(yo) solicité ik vroeg aan
(tú) solicitaste jij vroeg aan
(él/ella) solicitó hij/zij vroeg aan
(nosotros/nosotras) solicitamos wij vroegen aan
(vosotros/vosotras) solicitasteis jullie hebben aangevraagd
(ellos/ellas) solicitaron zij hebben aangevraagd

Pretérito anterior 

Spaans Nederlands
(yo) hube solicitado ik had aangevraagd
(tú) hubiste solicitado jij had aangevraagd
(él/ella) hubo solicitado hij/zij had aangevraagd
(nosotros/nosotras) hubimos solicitado wij hadden aangevraagd
(vosotros/vosotras) hubisteis solicitado jullie hadden aangevraagd
(ellos/ellas) hubieron solicitado zij hadden aangevraagd

Subjuntivo futuro simple 

Spaans Nederlands
(yo) solicitare ik zal aanvragen
(tú) solicitares jij zult aanvragen
(él/ella) solicitare hij/zij zal aanvragen
(nosotros/nosotras) solicitáremos wij zullen aanvragen
(vosotros/vosotras) solicitareis jullie zullen aanvragen
(ellos/ellas) solicitaren zij zouden aanvragen

Subjuntivo futuro perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) hubiere solicitado ik zou hebben aangevraagd
(tú) hubieres solicitado jij zou hebben aangevraagd
(él/ella) hubiere solicitado hij/zij zou hebben aangevraagd
(nosotros/nosotras) hubiéremos solicitado wij zullen hebben aangevraagd
(vosotros/vosotras) hubiereis solicitado jullie zouden hebben aangevraagd
(ellos/ellas) hubieren solicitado zij zouden hebben aangevraagd

Futuro simple 

Spaans Nederlands
(yo) solicitaré ik zal aanvragen
(tú) solicitarás jij zult aanvragen
(él/ella) solicitará hij/zij zal aanvragen
(nosotros/nosotras) solicitaremos wij zullen aanvragen
(vosotros/vosotras) solicitaréis jullie zullen aanvragen
(ellos/ellas) solicitarán zij zullen aanvragen

Futuro perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) habré solicitado ik zal hebben aangevraagd
(tú) habrás solicitado jij zult hebben aangevraagd
(él/ella) habrá solicitado hij/zij zal hebben aangevraagd
(nosotros/nosotras) habremos solicitado wij zullen hebben aangevraagd
(vosotros/vosotras) habréis solicitado jullie zullen hebben aangevraagd
(ellos/ellas) habrán solicitado zij zullen hebben aangevraagd
Imperativo (Imperatief)

Imperativo 

Spaans Nederlands
¡Solicita! vraag aan
¡Solicite! Vraag aan!
¡Solicitemos! laten we aanvragen
¡Solicitad! vraagt aan
¡Soliciten! vraag aan

Imperativo negativo 

Spaans Nederlands
¡No solicites! Vraag niet aan!
¡No solicite! Niet aanvragen!
¡No solicitemos! Laten we niet aanvragen!
¡No solicitéis! Vraag het niet aan!
¡No soliciten! Vraag niet aan!

Condicional simple 

Spaans Nederlands
(yo) solicitaría ik zou aanvragen
(tú) solicitarías jij zou aanvragen
(él/ella) solicitaría hij/zij zou aanvragen
(nosotros/nosotras) solicitaríamos wij zouden aanvragen
(vosotros/vosotras) solicitaríais jullie zouden aanvragen
(ellos/ellas) solicitarían zij zouden aanvragen

Condicional perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) habría solicitado ik zou hebben aangevraagd
(tú) habrías solicitado jij zou hebben aangevraagd
(él/ella) habría solicitado hij/zij zou hebben aangevraagd
(nosotros/nosotras) habríamos solicitado wij zouden hebben aangevraagd
(vosotros/vosotras) habríais solicitado jullie zouden hebben aangevraagd
(ellos/ellas) habrían solicitado zij zouden hebben aangevraagd

Tegenwoordige en toekomstige tijden: A1

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Ik vraag de verlenging van mijn inschrijving aan.
Yo solicito la renovación de mi matrícula.
2. Hij zal de inschrijving aanvragen voor de opleiding in economische wetenschappen.
Él solicitará la matrícula para la formación en ciencias económicas.
3. Zij vragen het vertrouwen van de eigenaar in de buurt aan.
Ellos solicitan la confianza del propietario en el barrio.
4. Jullie vragen de sociale normen aan de groep aan.
Vosotros solicitáis las normas sociales al grupo.
5. Ik zal een loonsverhoging aanvragen op het werk omdat het duidelijk is dat ik het verdien.
Yo solicitaré un aumento en el trabajo porque es evidente que lo merezco.

Basis verleden tijd (A2/B1)

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Hij vroeg hulp aan de collega tijdens de overplaatsing.
Él solicitaba ayuda al compañero de trabajo durante el traslado.
2. Ze hebben de dienst van de wasserij aangevraagd.
Han solicitado el servicio de lavandería.
3. Hij vroeg om hulp om de sociale normen te begrijpen.
Solicitó ayuda para entender las normas sociales.
4. Hebben jullie een wekdienst aangevraagd?
¿habéis solicitado un servicio de despertador?
5. Zij vroegen constant om de mogelijkheid tot promotie in de baan.
Ellos solicitaban constantemente la posibilidad de promoción en el empleo.

Basis subjunctief oefeningen: B1

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

soliciten, solicitara/solicitase, solicite, solicitéis

1.
Ojalá ellos ... el permiso del dueño antes de mudarse.
(Hopelijk vragen zij toestemming aan de eigenaar voordat ze verhuizen.)
2.
Tal vez ... al portero que os explique las normas sociales del edificio.
(Jullie vragen misschien de portier om de sociale regels van het gebouw uit te leggen.)
3.
Dudo que él ... un aumento de sueldo este mes.
(Ik twijfel eraan dat hij dit maand een loonsverhoging aanvraagt.)
4.
Si él ... una explicación, entendería mejor el tema.
(Als hij om een uitleg zou vragen, zou hij het onderwerp beter begrijpen.)
5.
Espero que yo ... el empleo adecuado.
(Ik hoop dat ik de juiste baan aanvraag.)

Gevorderde oefeningen: C1/C2

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Hij zou de vroege inschrijving op kosten van het bedrijf hebben aangevraagd.
Él habría solicitado la matrícula anticipada a cargo de la empresa.
2. Ik betwijfel dat jij hebt aangevraagd die uitleg over de humor.
Dudo que hayas solicitado esa explicación sobre el humor.
3. Toen ik de uitleg begreep, had ik al om de herziening verzocht.
Cuando logré entender la explicación, ya hube solicitado la revisión.
4. Ik zou een uitleg hebben aangevraagd over het verschil tussen interpreteren en uitleggen.
Habría solicitado una explicación sobre la diferencia entre interpretar y explicar.
5. Als we de verhuizing op tijd hadden aangevraagd, zouden we al in het nieuwe appartementencomplex zijn.
Si hubiéramos/hubiésemos solicitado la mudanza a tiempo, ya estaríamos en el nuevo edificio de apartamentos.