Proteger (beschermen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van proteger (beschermen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Proteger (beschermen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: B1

Module 4: Estilo de vida saludable (Gezonde levensstijl)

Les 22: Anatomía (Anatomie)

Basiswerkwoordsvormen

Infinitivo (Infinitief) Gerundio (Deelwoord) Participio (Deelwoord)
Proteger (Beschermen) Protegiendo (Beschermend) Protegido (Beschermd)

Proteger (Beschermen): Werkwoordvervoegingstabellen

Indicativo (Aantonende wijs) Subjuntivo (Aanvoegende wijs)

Presente 

Spaans Nederlands
(yo) protejo ik bescherm
(tú) proteges jij beschermt
(él/ella) protege hij/zij beschermt
(nosotros/nosotras) protegemos wij beschermen
(vosotros/vosotras) protegéis jullie beschermen
(ellos/ellas) protegen zij beschermen

Pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) he protegido ik heb beschermd
(tú) has protegido jij hebt beschermd
(él/ella) ha protegido hij/zij heeft beschermd
(nosotros/nosotras) hemos protegido wij hebben beschermd
(vosotros/vosotras) habéis protegido jullie hebben beschermd
(ellos/ellas) han protegido zij hebben beschermd

Subjuntivo presente 

Spaans Nederlands
(yo) proteja ik bescherm
(tú) protejas jij beschermt
(él/ella) proteja hij/zij beschermt
(nosotros/nosotras) protejamos wij beschermen
(vosotros/vosotras) protejáis jullie beschermen
(ellos/ellas) protejan zij beschermen

Subjuntivo pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) haya protegido ik heb beschermd
(tú) hayas protegido jij hebt beschermd
(él/ella) haya protegido hij/zij heeft beschermd
(nosotros/nosotras) hayamos protegido wij hebben beschermd
(vosotros/vosotras) hayáis protegido jullie hebben beschermd
(ellos/ellas) hayan protegido zij hebben beschermd

Pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) protegía ik beschermde
(tú) protegías jij beschermde
(él/ella) protegía hij/zij beschermde
(nosotros/nosotras) protegíamos wij beschermden
(vosotros/vosotras) protegíais jullie beschermden
(ellos/ellas) protegían zij beschermden

Pretérito pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) había protegido ik had beschermd
(tú) habías protegido jij had beschermd
(él/ella) había protegido hij/zij had beschermd
(nosotros/nosotras) habíamos protegido wij hadden beschermd
(vosotros/vosotras) habíais protegido jullie hadden beschermd
(ellos/ellas) habían protegido zij hadden beschermd

Subjuntivo pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) protegiera/protegiese ik zou beschermen
(tú) protegieras/protegieses jij zou beschermen
(él/ella) protegiera/protegiese hij/zij beschermde
(nosotros/nosotras) protegiéramos/protegiésemos wij beschermden
(vosotros/vosotras) protegierais/protegieseis jullie beschermden
(ellos/ellas) protegieran/protegiesen zij beschermden

Subjuntivo pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) hubiera/hubiese protegido ik had beschermd
(tú) hubieras/hubieses protegido jij had beschermd
(él/ella) hubiera/hubiese protegido hij zou beschermd hebben/zij zou beschermd hebben
(nosotros/nosotras) hubiéramos/hubiésemos protegido wij zouden beschermd hebben
(vosotros/vosotras) hubierais/hubieseis protegido jullie hadden beschermd
(ellos/ellas) hubieran/hubiesen protegido zij hadden beschermd

Pretérito indefinido 

Spaans Nederlands
(yo) protegí ik beschermde
(tú) protegiste jij beschermde
(él/ella) protegió hij/zij beschermde
(nosotros/nosotras) protegimos wij beschermden
(vosotros/vosotras) protegisteis jullie beschermden
(ellos/ellas) protegieron zij beschermden

Pretérito anterior 

Spaans Nederlands
(yo) hube protegido ik had beschermd
(tú) hubiste protegido jij had beschermd
(él/ella) hubo protegido hij/zij had beschermd
(nosotros/nosotras) hubimos protegido wij hadden beschermd
(vosotros/vosotras) hubisteis protegido jullie hadden beschermd
(ellos/ellas) hubieron protegido zij hadden beschermd

Subjuntivo futuro simple 

Spaans Nederlands
(yo) protegiere ik zou beschermen
(tú) protegieses jij zou beschermen
(él/ella) protegiere hij/zij beschermen
(nosotros/nosotras) protegiéremos wij zullen beschermen
(vosotros/vosotras) protegiereis jullie beschermen
(ellos/ellas) protegieren zij zullen beschermen

Subjuntivo futuro perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) hubiere protegido ik zou beschermd hebben
(tú) hubieres protegido jij zou beschermd hebben
(él/ella) hubiere protegido hij/zij zal beschermd hebben
(nosotros/nosotras) hubiéremos protegido wij zullen beschermd hebben
(vosotros/vosotras) hubiereis protegido jullie zouden beschermd hebben
(ellos/ellas) hubieren protegido zij zouden beschermd hebben

Futuro simple 

Spaans Nederlands
(yo) protegeré ik zal beschermen
(tú) protegerás jij zult beschermen
(él/ella) protegerá hij/zij zal beschermen
(nosotros/nosotras) protegeremos wij zullen beschermen
(vosotros/vosotras) protegeréis jullie zullen beschermen
(ellos/ellas) protegerán zij zullen beschermen

Futuro perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) habré protegido ik zal beschermd hebben
(tú) habrás protegido jij zult beschermd hebben
(él/ella) habrá protegido hij/zij zal beschermd hebben
(nosotros/nosotras) habremos protegido wij zullen beschermd hebben
(vosotros/vosotras) habréis protegido jullie zullen beschermd hebben
(ellos/ellas) habrán protegido zij zullen beschermd hebben
Imperativo (Imperatief)

Imperativo 

Spaans Nederlands
Protege! bescherm
Protéjase! bescherm uzelf!
Protejámonos! Laten we ons beschermen!
Protegeos! bescherm jezelf
Protéjanse! Bescherm jullie!

Imperativo negativo 

Spaans Nederlands
¡No protejas! bescherm niet
¡No proteja! hij/zij bescherm niet
¡No protejamos! Laten we niet beschermen
¡No protejáis! jullie beschermen niet
¡No protejan! zij beschermen niet

Condicional simple 

Spaans Nederlands
(yo) protegería ik zou beschermen
(tú) protegerías jij zou beschermen
(él/ella) protegería hij/zij zou beschermen
(nosotros/nosotras) protegeríamos wij zouden beschermen
(vosotros/vosotras) protegeríais jullie zouden beschermen
(ellos/ellas) protegerían zij zouden beschermen

Condicional perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) habría protegido ik zou hebben beschermd
(tú) habrías protegido jij zou beschermd hebben
(él/ella) habría protegido hij/zij zou hebben beschermd
(nosotros/nosotras) habríamos protegido wij zouden beschermd hebben
(vosotros/vosotras) habríais protegido jullie zouden beschermd hebben
(ellos/ellas) habrían protegido zij zouden beschermd hebben

Tegenwoordige en toekomstige tijden: A1

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Wij zullen de humor van het programma beschermen.
Protegeremos el sentido del humor del programa.
2. Zij beschermen hun projecten met passie.
Ellos protegen sus proyectos con pasión.
3. Jij zult de informatie van de omroep beschermen.
Protegerás la información de la emisora.
4. Jullie zullen de werkstabiliteit beschermen tijdens het debat.
Protegeréis la estabilidad laboral durante el debate.
5. Ik zal de erfenis van de tomatina beschermen.
Protegeré el legado de la tomatina.

Basis verleden tijd (A2/B1)

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Jullie beschermden de volgers van het merk met eerlijkheid.
Vosotros protegíais a los seguidores de la marca con honestidad.
2. Zij beschermden de privé-informatie van het nieuwsbericht.
Ellos protegían la información privada del informativo.
3. jullie beschermden de brief met veel zorg
Vosotros protegisteis la carta con mucho cuidado.
4. Wij beschermden het milieu met indrukwekkende reclamecampagnes.
Nosotros protegíamos el ambiente con campañas publicitarias impactantes.
5. Jij beschermde altijd mensen in moeilijke situaties.
Siempre protegías a las personas en situaciones difíciles.

Basis subjunctief oefeningen: B1

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

protegieran/protegiesen, protegieras/protegieses, proteja, protejáis

1.
Si ellos fueran dedicados, ... las personas clave.
(Als zij toegewijd waren, zouden zij de sleutelpersonen beschermen.)
2.
Recomiendo que él ... la información personal en las redes sociales.
(Ik raad aan dat hij de persoonlijke informatie op sociale media beschermt.)
3.
Si tienes ilusión de proteger, me ... como ejemplo.
(Als je de behoefte voelt om te beschermen, zou je me beschermen als voorbeeld.)
4.
Deseo que vosotros ... el sentido del humor del grupo durante la reunión.
(Ik wens dat jullie het gevoel voor humor van de groep beschermen tijdens de vergadering.)
5.
Espero que yo ... la calidad de vida de mi familia con mi trabajo.
(Ik hoop dat ik de levenskwaliteit van mijn gezin bescherm met mijn werk.)

Gevorderde oefeningen: C1/C2

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Jij zou het document beschermd hebben als men het je gevraagd had.
Tú hubieras/hubieses protegido el documento si te lo hubieran pedido.
2. ik had de informatie beschermd
Hube protegido la información antes de la reunión.
3. Ik twijfel eraan dat jullie de computer goed tegen virussen hebben beschermd.
Dudo que hayáis protegido bien el ordenador contra virus.
4. Ik zou de informatie hebben beschermd als ik het had beseft.
Yo hubiera/hubiese protegido la información si me hubiera dado cuenta.
5. Ik zou de persoon hebben beschermd met mijn discipline.
Yo habría protegido a la persona con mi disciplina.