Mover (bewegen) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Mover (bewegen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Mover - Vervoeging van bewegen in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito imperfecto, indicativo).

Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Mover (bewegen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Anatomía (Anatomie)

Vervoeging van bewegen in de onvoltooid verleden tijd

Spaans Nederlands
(yo) movía ik bewoog
(tú) movías jij bewoog
(él/ella) movía hij bewoog/zij bewoog
(nosotros/nosotras) movíamos wij bewogen
(vosotros/vosotras) movíais jullie bewogen
(ellos/ellas) movían zij bewogen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Movía la tienda de campaña para mejor sombra. Ik verplaatste de tent voor meer schaduw.
Movías el saco de dormir cerca del fuego. Je verplaatste de slaapzak dicht bij het vuur.
Movía el mapa para observar el norte. Ik bewoog de kaart om naar het noorden te kijken.
Movíamos la mochila al lado del océano. We verplaatsten de rugzak naast de oceaan.
Movíais la linterna para ver la luna. Jullie bewogen de zaklamp om de maan te zien.
Movían la tienda con cuidado en el campo. Ze verplaatsten voorzichtig de tent op het veld.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

movíamos, movía, movían, movías, movíais

1.
... el mapa para observar el norte.
(Ik bewoog de kaart om naar het noorden te kijken.)
2.
... la mochila al lado del océano.
(We verplaatsten de rugzak naast de oceaan.)
3.
... la tienda de campaña para mejor sombra.
(Ik verplaatste de tent voor meer schaduw.)
4.
... el saco de dormir cerca del fuego.
(Je verplaatste de slaapzak dicht bij het vuur.)
5.
... la tienda con cuidado en el campo.
(Ze verplaatsten voorzichtig de tent op het veld.)
6.
... la linterna para ver la luna.
(Jullie bewogen de zaklamp om de maan te zien.)