Llegar (aankomen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!
Llegar - Vervoeging van Aankomen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Llegar (aankomen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Decir la hora y leer el reloj. (Hoe laat is het? De klok lezen.)
Vervoeging van aankomen in de tegenwoordige tijd
| Spaans | Nederlands |
|---|---|
| yo llego | ik kom aan |
| tú llegas | jij komt aan |
| él/ella llega | hij komt aan |
| nosotros/nosotras llegamos | wij komen aan |
| vosotros/vosotras llegáis | jullie komen aan |
| ellos/ellas llegan | Zij komen aan |
Voorbeeldzinnen
| Spaans | Nederlands |
|---|---|
| Yo llego temprano al trabajo. | Ik kom vroeg aan op het werk. |
| Tú llegas justo a tiempo para la reunión. | Je komt net op tijd voor de vergadering. |
| Ella llega a la escuela a las 8 en punto. | Zij komt om 8 uur precies aan op school. |
| Nosotros llegamos al restaurante a las 7. | Wij komen om 7 uur aan bij het restaurant. |
| Vosotros llegáis siempre antes de que empiece la película. | Jullie komen altijd aan voordat de film begint. |
| Ellos llegan a la fiesta con regalos. | Zij komen aan op het feest met cadeaus. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
llego, llegas, llega, llegamos, llegáis, llegan
1.
Ellos ... a la fiesta con regalos.
(Zij komen aan op het feest met cadeaus.)
2.
Nosotros ... al restaurante a las 7.
(Wij komen om 7 uur aan bij het restaurant.)
3.
Tú ... justo a tiempo para la reunión.
(Je komt net op tijd voor de vergadering.)
4.
Yo ... temprano al trabajo.
(Ik kom vroeg aan op het werk.)
5.
Vosotros ... siempre antes de que empiece la película.
(Jullie komen altijd aan voordat de film begint.)
6.
Ella ... a la escuela a las 8 en punto.
(Zij komt om 8 uur precies aan op school.)